Tegenwoordig is het heel normaal om diensten of producten te leveren of af te nemen binnen een land uit de Europese Unie (EU). Voor de BTW gelden er dan een aantal regels. Zo kunt u de BTW bij de Nederlandse fiscus terugvragen, maar ook verleggen. Hoe zit het met de BTW-regels bij import en export binnen de EU?
Internationaal ondernemen, zowel binnen als buiten de EU is inmiddels wel gemeengoed. Daarbij komen een aantal wettelijke regels (verdiepingsartikel) om de hoek kijken. Die zijn er onder andere over de BTW-aangifte. Heeft u BTW betaald in een ander EU-land, dan kunt u bij de Nederlandse fiscus de BTW terugvragen. Het minimumbedrag om BTW terug te kunnen vragen is € 50 voor een verzoek over een heel kalenderjaar of het laatste deel ervan, € 400 voor een verzoek over ten minste drie maanden maar minder dan een kalenderjaar. U moet uw BTW terugvragen voor 1 oktober na het jaar waarover u de BTW terugvraagt. U heeft inloggegevens nodig om BTW terug te vragen uit een ander EU-land. U controleert met het formulier ‘Aanvraag inloggegevens voor terugvragen BTW uit andere EU-landen’ of u daarvoor in aanmerking komt. Daarna kunt u BTW terugvragen via de volgende URL: eubtw.belastingdienst.nl/netp/. De fiscus stuurt uw verzoek naar het desbetreffende EU-land door.
De BTW verleggen
Bij diensten leveren binnen de EU verlegt u de BTW meestal naar uw zakelijke klant. U meldt ‘BTW verlegd’ op de factuur en uw klant betaalt de BTW in zijn eigen land. Soms moet u BTW-aangifte doen in het land van uw klant. Bij leveringen van diensten aan particulieren in een ander EU-land moet u meestal het Nederlandse BTW-tarief in rekening brengen. Moet u BTW betalen in een ander EU-land, dan kunt u gebruikmaken van de Unie-regeling. Dan doet u elk kwartaal de BTW-aangiften binnen de EU in het éénloketsysteem. U hoeft dan niet meer in elk EU-land apart aangifte te doen.
Een dienst leveren binnen de EU is een intracommunautaire prestatie als:
Intracommunautaire prestaties verwerkt u in de BTW-aangifte (infographic). Ook moet u ze aangeven in de opgaaf Intracommunautaire Prestaties (opgaaf ICP). Voor de export van goederen en diensten naar een zakelijke klant in een EU-land geldt het 0% BTW-tarief. Uw afnemer betaalt dan de lokale BTW. Uw klant moet wel een geldig BTW-identificatienummer hebben en u moet kunnen bewijzen dat de goederen zijn geleverd aan een afnemer in een ander EU-land. Exporteert u goederen en diensten binnen de EU naar klanten die geen BTW-aangifte doen, zoals particulieren, dan moet u de BTW van het EU-land van uw klant in rekening brengen. Bij levering in verschillende EU-landen kunt u gebruikmaken van de Unieregeling.
Drempelbedrag van €10.000
Verwacht u dat uw totale omzet uit afstandsverkopen en digitale diensten aan particulieren binnen de EU onder de €10.000 blijft, dan brengt u de Nederlandse BTW in rekening en betaalt u hier omzetbelasting. Wilt u het drempelbedrag van €10.000 niet gebruiken, dan berekent u de BTW van het EU-land van uw klant. U geeft de BTW ook in dat land aan. U moet dit wel melden bij de fiscus. Bij levering van goederen buiten de EU moet u rekening houden met invoerrechten, het 0% BTW-tarief en exportdocumenten.
In de rubriek 'Vragen over' behandelt Rendement een onderwerp waar lezers veel vragen over hebben. Heeft u ook een vraag? Stel deze dan aan de adviseurs van de Adviesdesk!
Meer informatie over de BTW-administratie vindt u in de toolbox Zo zorgt u voor een correcte BTW-administratie.