Werknemers die naar een andere lidstaat van de Europese Unie (EU) worden gedetacheerd, krijgen recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als hun collega’s daar. Hiervoor wijzigt de Europese detacheringsrichtlijn.
Deze week heeft het Europees Parlement ingestemd met een herziening van de detacheringsrichtlijn. Over twee jaar, in 2020, moeten de EU-lidstaten de nieuwe Europese regels in hun nationale wetgeving hebben verwerkt. Kern van de herziening is dat de arbeidsvoorwaarden van werknemers die tijdelijk door hun werkgever naar een andere EU-lidstaat worden gestuurd om daar werk te verrichten, meer aansluiten op de rechten van collega’s die hetzelfde werk in die lidstaat uitvoeren. Nu hebben gedetacheerden ook al voor een deel recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden, maar de rechten worden door de herziening uitgebreid.
Er komt een maximale detacheringstermijn van twaalf maanden, met een eventuele verlenging van zes maanden. Na die twaalf maanden worden de gedetacheerden beschermd door bijna alle wetten van het arbeidsrecht van het gastland. Het einde van die termijn betekent dus niet dat de gedetacheerde zijn werk moet neerleggen. Ook wordt het verplicht voor werkgevers om de reis- en verblijfkosten te betalen. Deze kosten kan de werkgever niet inhouden op het salaris van een gedetacheerde. Verder kunnen lidstaten cao’s van toepassing verklaren op de gedetacheerde.
Vakbond CNV vindt de herziening van de richtlijn een mooie stap, maar heeft ook de nodige kritiek. Zo stipt de vakbond aan dat detacheringen vaak niet langer dan vier maanden duren. Ook kunnen gedetacheerden nog steeds een stuk goedkoper zijn dan werknemers van het thuisland, doordat de werkgever de sociale premies afdraagt in het thuisland van de gedetacheerde. Daar is hij vaak minder geld kwijt. Bovendien krijgen gedetacheerden geen recht op pensioen van het gastland, ook niet na de maximale detacheringstermijn. Van gelijk loon voor gelijk werk zou daarom geen sprake zijn. Tot slot valt de transportsector nog niet onder de nieuwe regels, terwijl de problemen op het gebied van oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden daar volgens CNV het grootst zijn.