COR politie kon gang gaan door nalatigheid en tijdsdruk

13 september 2017 | Door redactie

De centrale ondernemingsraad van de politie kwam weg met geldsmijterij door nalatigheid van de toenmalige korpschef. Ook de financiële druk en tijdsdruk bij de realisatie van de Nationale Politie maakte dat de COR zijn gang kon gaan.

Uit het rapport van de commissie-Ruys, die is ingesteld nadat een rel ontstond over de exorbitante uitgaven van de COR van de politie, blijkt dat de minister van Justitie, Eerste Kamer en Tweede Kamer grote druk hebben uitgeoefend bij de totstandkoming van de nationale politie. In korte tijd werden de 26 bestaande politiekorpsen samengevoegd tot één nationale politie. Dit moest snel gebeuren en bovendien moest er flink worden bezuinigd. Aandacht voor controle van de financiën van de COR had geen prioriteit. De centrale ondernemingsraad (COR) van de politie overschreed sinds 2012 ieder jaar het jaarlijks budget; in drie jaar tijd werd er bijna € 750.000 te veel uitgegeven. De toenmalige korpschef tikte de COR op de vingers, maar verbond geen consequenties aan het overschrijden van het budget.

Geen bewijs voor beïnvloeding adviestrajecten

De toenmalige – inmiddels overleden – korpschef had een goede band met de ex-voorzitter van de COR. Zo gaf de korpschef de COR-voorzitter een persoonlijke lening die naar mening van de onderzoekscommissie leidde tot een situatie waarin de COR-voorzitter afhankelijk was van de korpschef, wat de zakelijke omgang bemoeilijkte. Daarnaast gaf de korpschef de voorzitter een flinke salarisverhoging. Volgens de onderzoekscommissie was dit onterecht en handelde de korpschef onprofessioneel en ongepast. Er is geen bewijs gevonden dat het handelen van de korpschef invloed had op het verloop van adviestrajecten (tools) van de COR.

COR-voorzitter legde onvoldoende verantwoording over grote uitgaven

Uit het rapport blijkt dat de toenmalige COR-voorzitter verkeerd omging met publiek geld en daar te weinig verantwoording over aflegde. Bij kritische vragen van COR-leden verwees hij regelmatig - en in de meeste gevallen onterecht - naar een financiële regeling die hij zou hebben getroffen met de toenmalige korpschef. De huidige korpschef deed vorig jaar oktober aangifte tegen de oud-voorzitter, die al enkele maanden daarvoor uit de COR was gestapt. De rest van de COR stapte vorig jaar november op, omdat het slechte imago van de raad niet meer te herstellen was. De huidige korpschef van de Nationale Politie wil de oud-voorzitter ontslaan naar aanleiding van de uitkomsten van een integriteitsonderzoek. Er loopt een strafrechtelijk onderzoek naar het handelen van de oud-voorzitter.