Ondernemingen die het moeilijk hebben door de coronacrisis kunnen bijzonder uitstel van betaling krijgen bij de Belastingdienst. Zij kunnen dan hun belastingrekening even 3 maanden laten liggen. De fiscus heeft nu meer tekst en uitleg gegeven over deze regeling. Zo is de dagtekening van de aanvraag bepalend voor wanneer het uitstel afloopt.
Het bijzonder uitstel van betaling geldt voor een reeks aan belastingen, zoals inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting (VPB), BTW en loonheffingen. Ondernemingen kunnen om uitstel vragen met een brief aan de Belastingdienst (tool) of via een online formulier. Dat moeten zij ondertekenen met DigiD. Als de Belastingdienst uitstel verleent, wordt de invordering minstens 3 maanden opgeschort.
Om uitstel van betaling verzoeken kan pas nadat de onderneming een aanslag heeft ontvangen. Wel kan de onderneming tegelijk voor bijvoorbeeld VPB, BTW én loonheffingen uitstel vragen, zonder voor elke belastingsoort te wachten op een (naheffings)aanslag. Een onderneming kan voor 3 maanden uitstel vragen of voor een periode langer dan 3 maanden. Dit laatste kan alleen per brief, en er zijn extra bewijsstukken nodig.
De dagtekening op het uitstelverzoek is leidend voor het uitstel, zo blijkt uit een bericht van de Belastingdienst op het Forum Fiscaal Dienstverleners. Het uitstel loopt 3 maanden na die dagtekening af. De periode schuift dus niet op als een onderneming voor een latere aanslag ook om 3 maanden uitstel vraagt. Als de onderneming niet genoeg heeft aan 3 maanden moet zij na die periode een nieuw verzoek indienen, verduidelijkt de fiscus.
Als een onderneming voor een langere periode uitstel vraagt, wordt de invordering ook eerst 3 maanden opgeschort. Na die periode bekijkt de inspecteur of hij meer informatie nodig heeft, zoals een verklaring van een accountant. Verder laat de fiscus weten dat het uitstel ook mogelijk is voor belastingschulden die dateren van vóór de coronacrisis.
De soepele regeling voor bijzonder uitstel van betaling loopt in elk geval tot 19 juni 2020. Vraag is hoe het daarna verder gaat, en of ondernemingen nadat het uitstel afloopt de ‘inhaalrekening’ van de fiscus wél kunnen voldoen. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft in een brief aan het kabinet aandacht gevraagd voor deze ‘dubbele-lasten-problematiek’. De NOB vraagt het kabinet om vast na te denken over hoe dit opgelost kan worden om ‘te vermijden dat (op zich levensvatbare) ondernemers dan alsnog bezwijken onder hun financiële lasten’.