Een fout toch nog corrigeren met de foutenleer

5 mei 2022 | Door redactie

Maakt een ondernemer een fout bij de bepaling van de fiscale winst dan kan hij of de fiscus deze fout vaak nog herstellen in het belastingjaar zelf. Als dit niet meer mogelijk is kan er wellicht nog herstel plaatsvinden met een beroep op de foutenleer. Hoe werkt die foutenleer nu precies?

Er is sprake van een fout als de waardering op de fiscale eindbalans van het vorige boekjaar onjuist is en niet volgens de regels van de wet of goed koopmansgebruik is vastgesteld. Denk hierbij aan een onjuiste waardering van balansposten of een onjuiste vermogensetikettering (video) van vermogensbestanddelen in privé- of ondernemingsvermogen. De hoofdregel is dat de fout wordt hersteld in het belastingjaar waarin de fout is gemaakt. Maar mocht de ondernemer of de fiscus de fout niet meer kunnen herstellen in het jaar waarin de fout is gemaakt, dan is de foutenleer van toepassing.

Zonder foutenleer stuk winst onbelast moeten laten

Zonder de foutenleer zou de Belastingdienst een stuk winst onbelast moeten laten of juist dubbel belasten. De foutenleer voorkomt dit en bepaalt dat de fiscus de fout corrigeert in het laatste nog openstaande jaar. Het gaat hier om een dwingende regel, waarbij de Belastingdienst eerst kijkt of de hoofdregel van toepassing is. Is dat niet het geval, dan kan de fiscus pas aan de foutenleer toekomen. Het doel van deze foutenleer is om de gemaakte fout ongedaan te maken en dat de ondernemer of de fiscus in principe niet beter of slechter af is dan zonder de gemaakte fout.    

Het moet gaan om een nieuw feit

De foutenleer kan niet worden toegepast als de fout geen invloed heeft gehad op de balanswaardering van de onderneming. Het moet dus in principe gaan om een nieuw feit dat niet bekend kon zijn bij de inspecteur. En de fout moet ontdekt zijn binnen de navorderingstermijn van vijf jaar.

Nog meer weten over de toepassing van de foutenleer? Lees dan dit verdiepingsartikel.