Fiscus mag onterechte BTW naheffen bij afnemer

25 maart 2013 | Door redactie

Als u onterecht in rekening gebrachte BTW op een factuur van een leverancier als voorbelasting aftrekt, kan het zijn dat de Belastingdienst bij u aanklopt met een naheffingsaanslag. De inspecteur is niet verplicht eerst een poging te wagen om de BTW bij de leverancier na te heffen. Dat blijkt uit een recent arrest van de Hoge Raad.

De Belastingdienst kan onterecht in rekening gebrachte en afgetrokken BTW zowel bij de opsteller van de factuur als bij de afnemer naheffen. Het heeft altijd de voorkeur om het bedrag bij de leverancier die een foute factuur heeft opgesteld na te heffen. Maar uit een besluit van de staatssecretaris van Financiën blijkt dat de fiscus ook bij de afnemer mag aankloppen als het aannemelijk is dat naheffen bij de leverancier geen zin heeft.

Naheffing bij afnemer

In deze zaak had een onderneming personeel ingeleend. Op de factuur hiervoor was onterecht BTW in rekening gebracht door de leverancier. Deze was betaald en in aftrek gebracht door de afnemer. Die onderneming kreeg vervolgens een naheffingsaanslag van zo'n € 55.000, plus een hoge boete voor haar kiezen. De afnemer betoogde echter dat er sprake was van onbehoorlijk bestuur, omdat de fiscus niet eens had geprobeerd om het bedrag eerst bij de leverancier na te heffen.

Afnemer heeft verantwoordelijkheid

De Hoge Raad bepaalde uiteindelijk dat het eerdergenoemde besluit van de staatssecretaris duidelijk is. Wanneer het op grond van verzamelde gegevens waarschijnlijk is dat de opsteller van de factuur een naheffingsaanslag niet zal betalen, mag de fiscus direct naheffen bij de afnemer. Volgens het besluit heeft een afnemer de verantwoordelijkheid om te controleren of in rekening gebrachte BTW correct is. Het gerechtshof in Amsterdam had overigens eerder in deze zaak al geoordeeld dat de afnemer had moeten weten dat de BTW ten onrechte op de factuur stond.
Hoge Raad, 22 maart 2013, LJN: BZ5148