Bent u het niet eens met de hoogte van een belastingaanslag die de inspecteur aan uw onderneming heeft opgelegd? Een goed gemotiveerd bezwaarschrift kan u dan wellicht helpen. Maar pas op met een te uitgebreide toelichting. Voor u het weet trekt de belastinginspecteur conclusies die nog nadeliger uit kunnen pakken!
Als de belastinginspecteur het niet eens is me de aangifte die u namens uw onderneming heeft ingediend, dan kan hij daarvan afwijken. Vaak zal hij dan eerst contact met u opnemen om de correctie te bespreken en zo discussie te voorkomen. Het kan zijn dat u met hem van mening blijft verschillen. Het is dan uw goed recht om hiertegen bezwaar te maken. Dat doet u door binnen zes weken na de datum van de belastingaanslag een bezwaarschrift in te dienen bij de belastinginspecteur.
Zo’n bezwaarschrift moet wel aan een aantal eisen voldoen. Heel belangrijk is de motivatie van uw bezwaar. Dat is eigenlijk een toelichting van uw standpunt, aangevuld met extra informatie waarom u van mening bent dat de belastinginspecteur ten onrechte een correctie heeft doorgevoerd. De motivatie kan er ook voor zorgen dat de inspecteur door de motivering van het bezwaarschrift erachter komt dat juist te weinig belasting is geheven. Hij kan uw onderneming dan zelfs een navorderingsaanslag opleggen!
Uit een onlangs gepubliceerde rechtszaak blijkt dat de beantwoording van vragen tijdens de behandeling van het bezwaarschrift een zogenoemd nieuw feit op kan leveren. Op basis van een nieuw feit kan de belastinginspecteur een navorderingsaanslag opleggen. Dat gebeurde ook in deze zaak. Een navorderingsaanslag gaat meestal gepaard met een verzuim- of vergrijpboete. Omdat de inspecteur geen opzet kon bewijzen, was in deze zaak van een boete geen sprake.
Hof Den Haag, 28 februari 2012 (gepubliceerd 14 december 2012), LJN BY6278.