Het verschil tussen een verzuimboete voor het te laat indienen van een aangifte vennootschapsbelasting (VPB) en dezelfde boete voor het te laat indienen van een aangifte inkomstenbelasting (IB) is volgens de Rechtbank Breda te groot. Het valt volgens de Bredase rechter niet te rechtvaardigen dat de verzuimboete voor de VPB ruim € 2.000 hoger is.
In deze zaak ontving een bv die haar aangifte VPB te laat had ingediend een verzuimboete van € 2.460. De hoogte van die boete is vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. In hetzelfde document staat dat de hoogte van een verzuimboete in de IB maximaal € 226 is.
De rechter vond het in principe niet onrechtvaardig dat de verzuimboete voor de VPB hoger is dan die voor de IB. Een bv heeft over het algemeen meer administratieve verplichtingen en verantwoordelijkheden en daarom mag de Belastingdienst er ook hogere eisen aan stellen. Maar dat de verzuimboete voor de VPB meer dan € 2.000 hoger is vond de rechter in deze zaak te gortig.
De uitspraak van de rechtbank is opvallend, omdat het gerechtshof in Den Bosch vorig jaar in een andere zaak juist oordeelde dat het verschil van ruim € 2.000 wel gerechtvaardigd was. Daarover kon u lezen in het bericht 'Hogere verzuimboete VPB is toch rechtvaardig'. Wel moet worden opgemerkt dat er in die zaak sprake was van recidive. Maar misschien is het niet overbodig als de raadsheren van de Hoge Raad zich ook eens uitspreken over de hoogte van de verzuimboete in de VPB.
Rechtbank Breda, 21 december 2012, LJN: BZ4634