Onder de Mini-One-Stop-Shop-regeling kan uw organisatie de BTW over digitale diensten voor particulieren uit andere landen van de Europese Unie (EU) eenvoudig aangeven en betalen. Na registratie kan uw organisatie de BTW over deze diensten via de Nederlandse Belastingdienst aangeven, in plaats van bij de belastingdienst uit het land waar de particulier vandaan komt.
Sinds 1 januari 2015 moet uw organisatie de BTW over digitale diensten aan particulieren, zoals telecommunicatie-, omroep-, of elektronische diensten aangeven in het land waar de particulier woont of is gevestigd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de levering van software, filmpjes, foto’s, e-books, hosting of trainingen via internet. Dit aangeven in het land van herkomst was een vrij ingewikkeld en tijdrovend proces. Om dat te vereenvoudigen is er de MOSS-regeling. Via deze regeling verloopt het aangifteproces van de BTW (tool) namelijk via de Nederlandse Belastingdienst. De fiscus regelt dan de aangifte en betaling in de andere EU-landen. Er is een aparte regeling voor klanten die afkomstig zijn uit landen buiten de EU.
Uw organisatie moet de registratie voor de MOSS-regeling uiterlijk twintig dagen na afloop van een tijdvak digitaal bij de fiscus indienen. Registreert uw organisatie zich (bij een kwartaalaangifte) vóór 20 april 2016 bij de Nederlandse fiscus, dan kan uw organisatie de MOSS-regeling dus vanaf 1 januari 2016 toepassen. De Belastingdienst heeft een document met veelgestelde vragen gepubliceerd om de werking van de MOSS-regeling te verduidelijken.