Om zwartspaarders te ontmaskeren heeft de Belastingdienst in 2009 informatie aangenomen van een anonieme tipgever. De fiscus weigert echter om de naam van de tipgever bekend te maken. Dat komt de Belastingdienst nu duur te staan. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft een zwartspaarder in het gelijk gesteld en de navorderingsaanslagen vernietigd.
In deze zaak ging het om de erfgenamen van een vermogende man. Erflater was overleden op 2 juli 2012. In januari 2009 meldde zich een man bij de Belastingdienst, die beschikte over informatie met betrekking tot buitenlandse bankrekeningen van Nederlanders. De erflater had in Luxemburg een bankrekening met een saldo op 7 juli 1996 van ƒ 1.030.000. Op basis van deze informatie legde de inspecteur navorderingsaanslagen inkomstenbelasting op. De erfgenamen vonden de aanslagen niet terecht. Zij waren van mening dat de juistheid van de informatie van de anonieme tipgever onvoldoende vaststond en niet rechtmatig was verkregen.
Het gerechtshof was het eens met de erfgenamen en vond het niet bekendmaken van de naam van de tipgever onrechtmatig. Op 7 februari 2012 had Rechtbank Arnhem namelijk al aangegeven dat de Belastingdienst de naam van de tipgever bekend moest maken. De naam was volgens de rechtbank nodig om de betrouwbaarheid van de tipgever te beoordelen. De weigering was voor het gerechtshof voldoende reden om de navorderingsaanslagen te vernietigen en de erfgenamen een behoorlijke proceskostenvergoeding te geven.
De Belastingdienst zal in cassatie gaan tegen de uitspraak. Volgens een woordvoerder kan het toch niet de bedoeling zijn dat de naam van de tipgever belangrijker is dan de strijd tegen zwart geld en belastingontduiking.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 3 februari 2015, ECLI (verkort): 645