Als een werkgeversverklaring en eigen verklaring voor de avondklok doorlopen na 31 maart 2021, kan een werknemer deze formulieren blijven gebruiken, ondanks de wijziging van het aanvangstijdstip van de avondklok. Dat laat de Rijksoverheid weten.
Vanaf woensdag 31 maart 2021 gaat de avondklok om 22.00 uur in, in plaats van om 21.00 uur. De eindtijd blijft wel hetzelfde: 04.30 uur. Wie binnen die tijd de straat op moet vanwege zijn werk, heeft een verklaring van zijn werkgever nodig, en daarnaast meestal een zogeheten eigen verklaring. Op de huidige formulieren staat de huidige tijdspanne van de avondklok: 21.00 uur tot 04.30 uur. Dat heeft geen invloed op de geldigheid van de documenten na de wijziging van het aanvangstijdstip. Wel stipt de Rijksoverheid aan dat de werkgeversverklaring en eigen verklaring op elkaar moeten aansluiten op het moment dat de werknemer buiten is. De werkgever en werknemer doen er in ieder geval goed aan om te controleren wat er op de bestaande formulieren is aangegeven.
De werkgever bepaalt voor een werknemer of het nodig is dat hij naar buiten gaat voor zijn werk. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de werkgever om de werkgeversverklaring te regelen en in te vullen. De werknemer vult zelf de eigen verklaring in. Een verstandige werkgever geeft de werknemer een duidelijke instructie (tool) over de verklaringen. Mist een werknemer de juiste papieren, dan kan hij een boete van € 95 opgelegd krijgen. Of de werkgever deze boete voor de werknemer moet betalen, hangt af van de omstandigheden.
De avondklok is bedoeld om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Het idee was om de zware maatregel zo kort mogelijk in te zetten, maar inmiddels is deze al een paar keer verlengd. Om de avondklok te kunnen blijven handhaven, wordt de tijdspanne ervan nu verkort. Hoelang de overheidsmaatregel van toepassing blijft, is onzeker. De avondklokformulieren voor werknemers zijn te downloaden op de site van Rijksoverheid.