Het kabinet zet de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) ook open voor een deel van de ondernemingen die nog niet zo lang begonnen zijn. Ondernemers die zich tussen 1 oktober 2019 tot en met 30 juni 2020 voor het eerst hebben ingeschreven in het Handelsregister kunnen nu ook TVL krijgen.
Het aanvraagloket voor deze groep is inmiddels open bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat om een TVL-aanvraag voor het eerste kwartaal van 2021, niet voor eerdere kwartalen. Het loket voor deze coronasteun sluit weer op 12 juli 2021 om 17:00 uur. Voor aanvragen voor het tweede kwartaal kan deze groep straks aansluiten bij het ‘reguliere’ TVL-loket, dat naar verwachting in de tweede helft van juni opengaat.
Met de nieuwe regeling wil het kabinet startende ondernemers tegemoet komen die tot nu veelal buiten de boot vallen bij de regelingen voor coronasteun (tool). Voor de TVL geldt namelijk als eis dat de onderneming vóór 15 maart 2020 ingeschreven moet zijn in het Handelsregister. Maar ook voor ondernemingen die vrij kort voor die datum zijn ingeschreven bood de TVL weinig soelaas. Voor de regeling wordt namelijk de omzetdaling berekend, en dat gebeurt op basis van een ‘referentiekwartaal’. Voor het eerste kwartaal van 2021 is dat bijvoorbeeld het eerste kwartaal van 2019. Veel startende ondernemers hadden nog geen of maar weinig omzet in dit referentiekwartaal.
Als doelgroep voor de ‘startersregeling’ in de TVL hanteert het kabinet daarom de periode van 1 oktober 2019 tot en met 30 juni 2020 als afbakening. Ondernemingen die zich in die tijd voor het eerst hebben ingeschreven in het Handelsregister komen in aanmerking. Het kabinet is zich ervan bewust dat er ook ondernemingen zijn die ná 30 juni 2020 zijn gestart, zo staat in de toelichting. Maar voor hen is er geen oplossing, omdat het volgens het kabinet niet mogelijk is om voor deze ondernemingen ‘een referentieomzet vast te stellen’.
Voor de startersregeling gelden goeddeels dezelfde voorwaarden als voor de reguliere TVL in het eerste kwartaal van 2021. Zo kunnen ondernemingen tot 85% van de berekende vaste lasten terugkrijgen en moet een onderneming minstens € 1.500 aan vaste lasten hebben in een kwartaal. Op sommige punten wijkt de regeling wat af: