Een directeur-grootaandeelhouder (dga) die opgebouwd pensioen in eigen beheer wil omzetten naar een oudedagsverplichting moet daarvoor toestemming hebben van de ex-partner. Dan is het voor de ex-partner wel zo redelijk om mee te werken aan zo’n omzetting, blijkt uit een onlangs gepubliceerde uitspraak van de Amsterdamse rechtbank.
In deze zaak draaide het om een de afwikkeling van een echtscheiding. De vrouw, dga van een bv, had pensioen in eigen beheer opgebouwd. Verdere opbouw van dit dga-pensioen is sinds juli vorig jaar niet meer toegestaan. Maar dga’s kunnen er wel voor kiezen om het pensioen te bevriezen, af te kopen of om te zetten naar een oudedagsverplichting (ODV). In dit geval wilde de vrouw het pensioen omzetten naar een ODV, maar haar ex-partner weigerde zijn medewerking. De handtekening van de (ex-)partner is wel nodig om de omzetting aan te kunnen vragen bij de Belastingdienst.
De vrouw stapte naar de rechter om af te dwingen dat man alsnog zou meewerken. Volgens haar liep de bv anders een flink fiscaal risico. Het is namelijk zo geregeld dat het vermogen binnen de bv groot genoeg moet zijn om de pensioenuitkering te kunnen dekken. Als het eigen vermogen niet groot genoeg is, schiet er geen geld over om dividend uit te keren aan de dga. Dit heet de dividendklem (tool). De vrouw wilde die klem juist oplossen door het pensioenpotje om te zetten naar een ODV. Door niet mee te werken belemmerde de man de verdere afwikkeling van de scheiding, vond de vrouw. Volgens de zogeheten eisen van ‘post-relationele solidariteit’ zou de man wel moeten meewerken, betoogde zij.
De man vond juist dat er in het voorstel geen compensatie zat voor het nadeel dat hij zou ondervinden van de omzetting. Mocht de vrouw onverhoopt overlijden, dan zou hij als ex-echtgenoot niet automatisch een aanspraak hebben op een uitkering uit de ODV. Dat moet dan namelijk in het testament vastgelegd zijn. De man bleef dan dus afhankelijk van de vrouw. Hij wilde daarom dat de oude regeling in stand zou blijven, waarbij hij een uitkering uit het pensioenpotje zou krijgen als de vrouw de pensioengerechtigde leeftijd bereikte.
De rechtbank vond echter dat de man moest meewerken aan de omzetting naar een ODV. Als de huidige regeling in stand zou blijven, moet de vrouw in de toekomst ‘een groot deel van haar inkomsten aanwenden om het pensioentekort te dekken’, oordeelde de rechtbank. Bovendien zou de dividendklem ook blijven bestaan, wat de afwikkeling van de scheiding ernstig belemmerde. Al met al vond de rechtbank het dus redelijk en billijk om van de man te vragen om mee te werken aan de omzetting. Wel droeg de rechtbank de vrouw op om de man een eigen aanspraak te geven op de ODV, zodat hij niet afhankelijk zou zijn van een testament.
Rechtbank Amsterdam, 31 januari 2018, ECLI (verkort): 1755