Hof zet streep door fikse aanslag voor pensioen dga

16 januari 2023 | Door redactie

Het gerechtshof had onlangs een meevaller in petto voor een directeur-grootaandeelhouder (dga). De fiscus mag zijn opgebouwde pensioenpot van enkele miljoenen namelijk niet in één keer belasten. Maar wél in delen, aldus het hof.

Veel dga’s hebben in het verleden een zogeheten pensioen in eigen beheer opgebouwd. Dat is een pensioenvoorziening bij de eigen bv. Sinds medio 2017 is verdere opbouw van het pensioen in eigen beheer niet meer toegestaan. Dga’s moeten daarom andere opties kiezen om pensioen op te bouwen (artikel).

Dga moet voorzichtig zijn met pensioenvoorziening

Een deel van de dga’s heeft er eerder voor gekozen om het opgebouwde pensioen in eigen beheer te bevriezen. Deze pensioenpotten staan dus op de balans, zonder verdere opbouw. Uit diverse rechtszaken blijkt dat dga’s uiterst voorzichtig moeten zijn met die pensioenvoorziening. Zo hebben rechters al verschillende keren geoordeeld dat een pensioenuitkering aan een dga toch ‘vorderbaar en inbaar’ was, zoals dat juridisch heet. Dan mag de inspecteur de uitkering belasten, óók als de dga helemaal geen pensioenuitkering heeft ontvangen. En als de inspecteur oordeelt dat het pensioen is ‘prijsgegeven’, is de hele pensioenpot in één keer belast als loon uit vroegere dienstbetrekking.

Inspecteur corrigeert inkomen naar € 5,9 miljoen

In deze zaak ging het ook om een dga die een pensioen in eigen beheer had opgebouwd bij zijn eigen bv. Voor het jaar 2016 gaf hij in zijn aangifte inkomstenbelasting in box 1 een inkomen uit werk en woning op van ruim € 119.500. Bij de aanslag week de inspecteur echter af van de aangifte. En flink ook: het inkomen uit werk en woning ging naar ruim € 5,9 miljoen. Dat kwam zo: in 2016 was de dga 70 jaar geworden, de uiterste datum dat de pensioenuitkeringen moesten ingaan. Maar volgens de inspecteur was dat niet gebeurd. Daardoor was de pensioenregeling onzuiver geworden, en telde de inspecteur de hele pensioenaanspraak in één keer bij het inkomen. Daar bovenop kwamen nog een kleine € 250.000 aan belastingrente en ruim € 1,1 miljoen aan revisierente.
De rechtbank keurde de aanslag eerder goed, maar gelukkig voor de dga dacht het gerechtshof er anders over. Ondanks dat er geen uitkeringen waren gedaan, concludeerde het hof dat de pensioenregeling juridisch gezien wel degelijk was ingegaan. De inspecteur had daarom ten onrechte in één keer de hele pensioenaanspraak belast.

Pensioenuitkering wel belast

Daarna volgde de ‘maar’ voor de dga. Want hij had ook gesteld dat de pensioenuitkeringen oninbaar waren, zodat de heffing helemaal achterwege moest blijven. Het hof vond echter dat de dga onvoldoende had aangetoond dat de financiële situatie dermate erbarmelijk was dat de bv geen pensioenuitkering kon doen. Weliswaar hadden twee partijen beslag gelegd op het vermogen van de bv, maar mogelijk waren er nog andere reserves. Daar had de dga te weinig inzicht in gegeven. De pensioenuitkering was dus wel degelijk inbaar en daarom ook belast in 2016. Het hof berekende de pensioenuitkering over dat jaar op ruim € 94.000, waardoor het totale box 1-inkomen op ruim € 213.000 uitkwam. Toch een stuk minder dan € 5,9 miljoen.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 20 december 2022, ECLI (verkort): 4692