De Rijksoverheid wil dat allochtone studenten discriminatie bij het solliciteren naar een stageplek melden. Organisaties moeten aantonen dat zij beleid voeren tegen discriminatie. Dat kan door discriminatie op te nemen in de RI&E.
Leerbedrijven die bewust of onbewust onderscheid maken op basis van huidskleur, geloof of afkomst komen daar te makkelijk mee weg. Minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vindt dat organisaties die discrimineren daarop moeten worden aangesproken. Dat kan alleen als studenten en opleiders discriminatie melden (tool). Daarom vinden in vijf grote steden trainingen plaats waarbij scholen en studenten discriminatie leren herkennen.
Discriminatie op het werk (tool) is niet toegestaan. Ook discriminatie van allochtone sollicitanten en studenten bij het toewijzen van stageplekken is verboden. Organisaties waar discriminatie van stagiairs plaatsvindt, kunnen de status van leerbedrijf verliezen en mogen dan geen gebruik meer maken van stagiairs.
Ook de Arbowet kent een verbod op discriminatie. Het is een vorm van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Dat brengt voor organisaties de verplichting mee om de risico’s van discriminatie op de werkvloer in kaart te brengen. Inspectie SZW kan van werkgevers eisen dat zij hier gericht beleid op voeren. De arboverantwoordelijke en de ondernemingsraad (OR) moeten dit samen oppakken. Discriminatie op het werk vindt ook onbewust plaatst en zou dus altijd moeten worden opgenomen in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).