Werkgevers mogen in vacatureteksten geen verboden onderscheid maken op basis van leeftijd, maar toch gebeurt dit wel. Dit komt naar voren uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU).
In 2014 werd het Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie gepresenteerd. Onderdeel daarvan was ook een onderzoek naar discriminatie op de arbeidsmarkt. De VU kreeg de opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om te analyseren in welke mate leeftijdsdiscriminatie tijdens de werving- en selectiefase voorkomt. Uit het onderzoeksrapport blijkt nu dat in een beperkt gedeelte van de vacatureteksten woorden worden gebruikt die voor een direct of indirect verboden onderscheid op grond van leeftijd zorgen.
De onderzoekers van de VU maakten een tool waarmee ze woorden die wijzen op leeftijdsdiscriminatie herkennen in vacatureteksten van vacaturesites. Deze wettelijk verboden woorden of woordcombinaties komen voort uit uitspraken van het College voor de Rechten van de Mens. Daarbij zijn er woorden die direct onderscheid maken (jong, oud, minimale/maximale leeftijd) en woorden die indirect onderscheid maken (starter, pas afgestudeerd). Van de 39.070 geteste vacatures waren 188 vacatures direct discriminerend en 723 vacatures indirect discriminerend. Deze getallen vormen een ondergrens, dat wil zeggen dat bij deze vacatures zeker is dat de vacaturetekst verboden woorden bevatte.
Leeftijdsdiscriminatie in vacatureteksten is wettelijk verboden, tenzij dit gebeurt in het kader van de Aanpak jeugdwerkloosheid of de Aanpak werkloosheid 50+ en de werkgever dit expliciet vermeldt in de vacaturetekst. In het onderzoek telden die personeelsadvertenties niet mee. Werkgevers die zich afvragen of bepaalde woorden verboden zijn, kunnen terecht bij het College voor de Rechten van de Mens. Ook sollicitanten die zich gediscrimineerd voelen, kunnen het College benaderen (tool).