Niet-afgeloste RC-schuld is winstuitdeling

2 oktober 2015 | Door redactie

Spreekt u met de fiscus af om uw uit de hand gelopen rekening-courantschuld af te lossen, maar laat u dit na? Dan zal de Belastingdienst oordelen dat er sprake is van een winstuitdeling en u aanslaan voor dividendbelasting. Rechtbank Gelderland oordeelde onlangs in zo’n zaak.

In deze zaak had een administratiekantoor alle aandelen in de bv. X was in het bezit van alle certificaten van aandelen en was daarnaast bestuurder van het administratiekantoor en de bv. De bestuurder had een rekening-courantschuld met de bv. De hoogte van deze schuld varieerde in de periode 2005 tot 2012 van ruim € 1,5 miljoen tot ruim € 2 miljoen. De inspecteur vond dat te hoog en maakte in 2010 de afspraak dat de schuld in drie jaar tijd moest afnemen tot maximaal € 1,5 miljoen. X kwam deze afspraken echter niet na.

Vaststellingsovereenkomst niet nagekomen
Uiteindelijk besloot de fiscus om de afspraken vast te leggen in een vaststellingsovereenkomst. In deze overeenkomst stond dat de lening per 31 december 2013 niet meer mocht bedragen dan € 1,5 miljoen. In april 2014 ging de bv akkoord met deze overeenkomst. Op basis van deze overeenkomst legde de inspecteur een naheffingsaanslag dividendbelasting op, omdat de rekening-courantschuld  veel hoger was. De bv vond deze naheffingsaanslag niet terecht en stelde dat de overeenkomst onder bedreiging tot stand was gekomen.

Geen schriftelijke afspraken over lening
De rechtbank ging daar niet in mee. De vordering liep al jaren op, er waren geen zekerheden gesteld, de lening was niet schriftelijk vastgelegd en de bv was eerdere afspraken niet nagekomen. De vaststellingsovereenkomst was dus geldig. Het maakte daarvoor ook niet uit dat de bv op het moment van het sluiten van de overeenkomst al wist dat het niet volledig kon voldoen aan de gestelde voorwaarden. De naheffingsaanslag dividendbelasting bleef in stand.

Schriftelijk vastleggen van de afspraken
Leent u als dga van uw bv, dan is het belangrijk om de afspraken schriftelijk vast te leggen en voldoende zekerheden te stellen. Dit kan een eventuele discussie met de Belastingdienst voorkomen.
Rechtbank Gelderland, 29 september 2015, ECLI (verkort): 6019