In grotere sectoren wordt het geld van Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen (O&O-fondsen) meer aan duurzame inzetbaarheid besteed dan in kleinere sectoren. Kleinere sectoren gebruiken het geld uit de O&O-fondsen vooral voor functiegerichte cursussen. Dat blijkt uit de O&O-monitor 2013 die onlangs is gepubliceerd.
Het is de eerste keer dat er onderzoek is gedaan naar Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen. De O&O-monitor 2013 (pdf) laat zien dat de helft van de fondsen een financiële buffer van maximaal € 1 miljoen heeft. Ruim 30% heeft een reserve tussen de € 5 en € 10 miljoen. O&O-fondsen die een subsidieregeling voor scholing hebben, gebruiken gemiddeld 23% van hun middelen voor het opleiden van werknemers in de sector.
Het geld uit de fondsen wordt ook gebruikt voor voorlichtingscampagnes om arbeidsrisico’s terug te dringen, het ontwikkelen van een sectorspecifieke risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en arbocatalogi. Voor bijna 80% van de fondsen geldt dat ze middelen beschikbaar stellen aan werkgevers voor bijvoorbeeld EVC-trajecten, scholingsadvies, individuele loopbaanadviezen en -scans en maatregelen om de vitaliteit van ouderen te verbeteren. Aan duurzame inzetbaarheid wordt gemiddeld 15% van het budget besteed.
In Nederland bestaan ongeveer 125 Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen (O&O). Via het O&O-fonds van uw branche kunt u subsidie krijgen voor scholing van werknemers. Als u gebruik wilt maken van het O&O-fonds, moet u contact opnemen met uw brancheorganisatie.