Veel werknemers sparen fiscaal voordelig via de spaarloonregeling. Een werkgever is echter niet verplicht om deze regeling aan te bieden. Toch is dat slim, want het is voor werknemers een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde. Dat geldt helaas niet lang meer. De overheid schrapt de spaarloonregeling per 1 januari 2012 en daar kunt u als OR niets aan doen.
Op 1 juli maakte het ministerie van Financiën bekend dat werknemers met ingang van 1 januari 2012 niet meer kunnen inleggen in de spaarloonregeling. Ook niet als uw bestuurder deze regeling aanbiedt. Door de spaarloonregeling per 2012 te schrappen, loopt het ministerie vooruit op de aangekondigde vitaliteitsregeling. Deze regeling moet de bestaande spaarloon- en levensloopregeling vervangen. Met de vitaliteitsregeling wil de overheid langer doorwerken beter stimuleren.
Een andere belangrijke reden voor het afschaffen van de spaarloonregeling is dat de ministerraad de overdrachtsbelasting van 6% naar 2% heeft verlaagd. Deze maatregel moet de woningmarkt uit het slop helpen. Door de overdrachtsbelasting te verlagen, loopt de overheid inkomsten mis. Dat compenseert de overheid deels door de spaarloonregeling af te schaffen. U hoeft over het gespaarde bedrag tenslotte geen belasting te betalen en dat scheelt in de schatkist.
Voor het in eerdere jaren gespaarde geld blijven gewoon dezelfde regels gelden. Dat betekent dus dat het geld dat u tussen nu en 1 januari 2012 opzij zet alsnog vier jaar moet vaststaan en niet al vrij komt bij het schrappen van de regeling. Als OR heeft u in principe instemmingsrecht als het om de spaarloonregeling gaat. Nu het echter om een overheidsmaatregel gaat, kunt u hier vanuit uw medezeggenschapsrol niet veel aan doen.
In het bericht 'Spaarloon per 1 januari 2012 vrij opnemen' leest u meer over de actuele stand van zaken bij het (onbelast) opnemen van uw spaarloontegoed.