De baankansen van 55-plussers nemen nog het meest toe doordat het huidige personeelsbestand ook vergrijst. Werkgevers die zelf een relatief vergrijsd personeelsbestand hebben, zijn eerder geneigd om oudere werknemers aan te nemen. Instrumenten zoals de mobiliteitsbonus en de proefplaatsing hebben ook effect, maar dit effect is kleiner dan dat van de vergrijzende beroepsbevolking.
Ook bij gelijke geschiktheid hebben oudere sollicitanten minder kans om te worden aangenomen dan jongere kandidaten. Dit komt doordat werkgevers bang zijn dat ouderen een stuk minder productief zijn en hoge looneisen hebben. Organisaties waar relatief veel oudere leidinggevenden werken, nemen vaker oudere sollicitanten aan. De verwachting is dan ook dat op termijn jaarlijks bijna 10.000 (33%) extra 55-plussers een nieuwe baan zullen vinden als gevolg van de toenemende vergrijzing van het huidige personeelsbestand. Dat blijkt uit het rapport ‘Wat maakt oudere werknemers aantrekkelijk?’ (pdf) van SEO Economisch Onderzoek in opdracht van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
De onderzoekers plaatsen kanttekeningen bij de huidige instrumenten om de baankansen van ouderen te vergroten. Het is namelijk de vraag of de positieve effecten van maatregelen zoals de mobiliteitsbonus en de proefplaatsing opwegen tegen de extra kosten. In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat van elke zes oudere werklozen die met een mobiliteitsbonus een baan vinden, er ongeveer vijf ook zonder deze bonus een baan zouden hebben gevonden. Voor proefplaatsingen geldt ongeveer hetzelfde.
Een verdubbeling van de proeftijd voor oudere werknemers zou nog het meeste effect hebben: per jaar zouden 19% meer ouderen een baan vinden. Specifiek voor de oudere voormalig uitkeringsgerechtigden hebben de proefplaatsing (20%) en de mobiliteitsbonus (20%) het meeste effect. Werktijdverkorting (met een lager loon) heeft met 13% een iets kleiner effect.