Eindejaarstips 2025

Wat moet je vóór het einde van het jaar allemaal regelen?

Nu het jaar op zijn eind loopt, is er van alles af te ronden voor 2025 en op te starten voor het komende jaar. Hieronder vind je veel tips met fiscale, administratieve en personele aandachtspunten. Zo loop je geen voordeel mis en heb je alles netjes voor elkaar. Rendement heeft de eindejaarstips voor je op een rijtje gezet over de volgende onderwerpen:

Rendie

Laatst bijgewerkt op: 28 oktober 2025

De genoemde bedragen en (belasting)tarieven voor 2026 zijn onder voorbehoud van goedkeuring van het Belastingplan 2026 door de Eerste Kamer. Kijk voor de actuele tarieven en normbedragen op onze pagina met belastingtarieven.


TIPS VOOR DE PERSONEELSADMINISTRATIE

Bereid je voor op nieuwe regels per 1 januari 2026

Door de val van het kabinet is het aantal grote veranderingen in de wet- en regelgeving bij de komende jaarwisseling beperkt. Toch zijn er allerlei wijzigingen per 1 januari 2026 waarvan je op de hoogte moet zijn en waarvoor je misschien actie wilt ondernemen (met de disclaimer dat nog niet alle wijzigingen definitief zijn):

  • Het wettelijke minimumuurloon bedraagt in de eerste helft van 2026 € 14,71 voor werknemers vanaf 21 jaar.
  • Het bedrag dat je per thuiswerkdag onbelast kunt vergoeden aan een werknemer, stijgt naar verwachting van € 2,40 naar € 2,45.
  • De Belastingdienst gaat weer boetes uitdelen bij schijnzelfstandigheid.
  • Uitzendkrachten krijgen recht op gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden.
  • De tijdelijke drempelvrijstelling voor een regeling voor vervroegd uittreden (RVU) wordt structureel en het vrijstellingsbedrag gaat omhoog met € 300. Daarnaast stijgt de pseudo-eindheffing op uitkeringen boven het vrijstellingsbedrag van 52% naar 57,7%. Je kunt daarom overwegen om een RVU dit jaar nog te regelen.
  • De rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM) geldt alleen nog voor organisaties met minimaal 250 werknemers.
  • Het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer komt te vervallen, het LKV doelgroep banenafspraak wordt structureel.
  • Voor ter beschikking gestelde deelfietsen van de zaak gaat een bijtelling van 0% gelden.
  • De fiscale bijtelling voor alle auto's wordt gelijkgetrokken. Dat betekent dat de bijtelling voor de elektrische auto van de zaak stijgt van 17% naar 22%, hetzelfde niveau als brandstofauto's en (plug-in) hybride auto's. Dat maakt het financieel aantrekkelijk om nog dit jaar een elektrische auto van de zaak te regelen.
  • De maximale transitievergoeding stijgt naar verwachting naar € 102.000 (behalve voor werknemers met een hoger jaarloon dan dat; voor hen is het jaarloon het maximum).
  • De werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW) daalt van 6,51% naar 6,10%. Het maximumbijdrageloon, waarboven werkgevers geen heffing hoeven te betalen voor de ZVW, stijgt naar € 79.409.
  • Het premietarief voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds daalt voor kleine organisaties van 6,28% naar 6,26%. Die van grote werkgevers van 7,64% naar 7,61%.
  • Het maximumsalaris van topfunctionarissen in de (semi)publieke sector stijgt van € 246.000 naar € 262.000. Dit is ook het maximum waarover je organisatie de fiscaal gunstige 30%-regeling voor buitenlandse werknemers mag toepassen.
  • De ETK-regeling, op grond waarvan je 'extraterritoriale kosten' van werknemers buiten hun land van herkomst gericht vrijgesteld kunt vergoeden, wordt versoberd voor inkomende werknemers.

Waarschuw voor verliezen van vakantiedagen

Vakantiedagen zijn niet eeuwig houdbaar. Waarschuw de werknemers dat ze hun vakantiedagen op tijd opnemen. Je bent ook verplicht om ze hier duidelijk over te informeren en ze de ruimte te geven om de dagen op te nemen. Per 1 januari 2026 verjaren de bovenwettelijke vakantiedagen uit 2020. De wettelijke vakantiedagen uit 2025 vervallen in principe per 1 juli 2026 en de bovenwettelijke dagen van 2025 verjaren per 1 januari 2031. De periode rond de jaarwisseling kan de ideale tijd zijn om wat dagen ‘weg te werken’. Maar let op: een vakantie verplichten mag doorgaans niet.

Informeer je werknemers niet, niet tijdig of onduidelijk, dan houden ze recht op hun nog niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen na afloop van de vervaltermijn. De verval- en verjaringstermijn gelden niet als een werknemer niet in staat is geweest om vakantiedagen op te nemen, bijvoorbeeld wegens ziekte. Bovendien kan er een langere vervaltermijn zijn afgesproken in de cao of arbeidsovereenkomst. In dat geval moet je die termijn aanhouden.

Neem contact op met pensioenuitvoerder

Je doet er goed aan om contact op te nemen met je pensioenuitvoerder om na te gaan wat je organisatie en werknemers kunnen verwachten. Gaat de premie omhoog? Verandert de opbouw? Of zijn er misschien zelfs kortingen nodig? Mogelijk heb je zelf ruimte om het één en ander aan te passen, in samenspraak met werknemers. Zorg dat je eventuele veranderingen in het pensioen duidelijk communiceert richting de werknemers. Zeker als de veranderingen duidelijke gevolgen hebben voor het besteedbaar inkomen, wil je dat vóór het nieuwe jaar gemeld hebben.

Opschoning van dossiers

Het einde of het begin van een jaar kan een goed moment zijn om de gegevens uit de personeelsdossiers van (ex-)werknemers op te schonen. Onder de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is de basisregel dat je organisatie persoonsgegevens niet langer mag bewaren dan noodzakelijk is voor het doel van de gegevensverwerking. Voor een aantal gegevens geldt een wettelijke bewaartermijn, waarbij kalenderjaren het uitgangspunt zijn:

  • basisgegevens uit de loonadministratie en de arbeidsovereenkomst (inclusief wijzigingen): zeven jaar na uitdiensttreding;
  • opgaaf gegevens voor de loonheffingen, kopie identiteitsbewijs, kopie tewerkstellingsvergunning en kopie van beschikkingen of verklaringen van een werknemer (voor de fiscus): vijf jaar na uitdiensttreding.

Voor andere personeelsgegevens, zoals verslagen van functionerings- en beoordelingsgesprekken en verzuimgegevens, geldt geen wettelijke bewaartermijn. Hiervoor wordt vaak een termijn van twee jaar aangehouden, al is soms langer nodig.

Zorg voor goede verwerking van beoordelingsverslagen

Als de beoordelingsgesprekken in je organisatie nog traditioneel aan het einde van het kalenderjaar plaatsvinden, moet je ervoor zorgen dat leidinggevenden nu voor alle werknemers een beoordelingsformulier invullen. Het formulier kun je in het personeelsdossier opnemen, maar dit hoeft niet. De leidinggevende mag de formulieren ook zelf bewaren, zolang hij dit maar zorgvuldig doet. Zeker voor werknemers die niet goed genoeg presteren, is het belangrijk dat je organisatie nauwkeurig bijhoudt hoe zij zich kunnen en moeten verbeteren.

Analyseer reglementen

Je doet er verstandig aan om je (digitale) personeelshandboek of -reglement aan het einde van het jaar weer eens onder de loep te nemen. De kans dat hierin regelingen staan die een actualisatieslag kunnen gebruiken, is aanzienlijk. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijke stijging van de thuiswerkvergoeding en eventuele wijzigingen in de pensioenregeling als gevolg van de Wet toekomst pensioenen. Houd altijd in de gaten dat je arbeidsvoorwaarden niet zomaar zelf mag wijzigen, tenzij dit voortvloeit uit een wijziging van een wet of de cao.

Kijk vooruit naar 2026

Hoewel er per 1 januari 2026 geen grote wetswijzigingen voor HR zijn, liggen nog wel de nodige wetsvoorstellen ‘op de plank’. Denk aan de wetsvoorstellen rondom flexwerkers en beloningstransparantie – al lijken deze niet vóór 2027 in werking te treden. Worden deze voorstellen wet, dan vragen ze mogelijk om flinke wijzig in je organisatie. Verdiep je ook in de voortgang van de pensioentransitie van je organisatie als je dat nog niet hebt gedaan.

Terug naar boven


TIPS VOOR SALARISADMINISTRATIE

Bewaar beschikkingen fiscale regelingen

Bij veel fiscale regelingen heb je voor de toepassing daarvan een beschikking of verklaring nodig. Denk aan:

  • de aanvullende gegevens voor de loonheffingen die nodig zijn voor toepassing van de studenten- of scholierenregeling. Hiervoor is een formulier beschikbaar;
  • de S&O-verklaring die nodig is voor toepassing van de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O);
  • de doelgroepverklaring die je moet hebben om bepaalde loonkostenvoordelen te kunnen aanvragen.

Zorg ervoor dat je de juiste documenten in de administratie opneemt! Doe je dat niet, dan kun je met een naheffingsaanslag of boete geconfronteerd worden.

Bespaar premie door controle Whk-beschikking

Je ontvangt in deze tijd van het jaar van de Belastingdienst de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) voor komend jaar. Daarin vind je de volgende twee premiedelen:

  • WGA-totaal;
  • ZW-flex.

Een goede controle kan je in de praktijk een premiebesparing opleveren. Als de gegevens op de beschikking onjuist zijn, betaalt je organisatie in 2026 misschien wel meer premie dan de bedoeling is.

Controleer dus goed of de gegevens op de beschikking kloppen en maak op tijd bezwaar als er iets niet klopt. Dat moet binnen zes weken na dagtekening. Je vindt alle controlepunten voor je Whk-beschikking 2025 in de checklist Controleer de jaarlijkse beschikking Whk-premie. Is je onderneming in 2026 eigenrisicodrager voor de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) of de Ziektewet (ZW), dan krijg je wel een Whk-beschikking, maar moet het betreffende premiepercentage voor 2026 op 0% staan. Controleer goed of dat daadwerkelijk het geval is.

Keer hoge RVU nog dit jaar uit

Is je organisatie van plan een RVU (regeling voor vervroegde uittreding) uit te keren die meer bedraagt dan de RVU-drempelvrijstelling van € 81.828? Dan kun je dat het beste nog dit jaar doen. De komende jaren wordt de pseudo-eindheffing voor een RVU boven de drempelvrijstelling waarschijnlijk verhoogd. Dit jaar bedraagt de ‘strafheffing’ nog 52%. Dat betekent ook al een dure grap voor je organisatie, maar volgend jaar bedraagt dit percentage waarschijnlijk al 57,7%. De komende jaren gaat dit nog verder stijgen.

Doe laatste aangifte loonheffingen over december op tijd

De fiscus heeft je loongegevens nodig om een goede vooringevulde aangifte inkomstenbelasting (IB) te kunnen maken. Het is daarom aan te raden dat je je laatste aangifte loonheffingen over december op tijd doet. De uiterste aangiftedatum (infographic) voor de laatste aangifte van 2025 is 31 januari 2026. Ga daarbij na of je alle betalingen die je organisatie aan de werknemers heeft gedaan op een juiste wijze hebt verloond.

Onderzoek besparen via de eindheffingsregeling

Onderzoek of je organisatie kan besparen op de verschuldigde loonheffingen door eindheffing toe te passen waar mogelijk. Er kan soms afgerekend worden tegen een gunstiger tarief: het enkelvoudige in plaats van het gebruteerde tabeltarief.

Verstuur de jaaropgaven of laatste loonstroken

Elk jaar moet je aan alle werknemers een jaaropgave verstrekken. Voor deze jaaropgave heb je de cumulatieve bedragen van het hele jaar nodig. Ook de laatste loonstrook van het kalenderjaar mag dienen als jaaropgave; daar staan immers alle totalen ook op. Geef dan wel duidelijk aan de werknemers aan dat deze loonstrook ook dient als jaaropgave. Werknemers weten dan dat ze er zuinig op moeten zijn. En je voegt dan het BSN van de werknemer toe; dat hoort normaal gesproken niet op de loonstrook te staan, maar is wel verplicht op de jaaropgave.

Download ook een modeljaaropgave (tool) met alle verplichte gegevens.

Pas je aangiftetijdvak aan vóór 15 december

Wil je per 2026 de aangifte loonheffingen niet meer vierwekelijks indienen maar maandelijks of andersom, dan moet je op de site van de Belastingdienst het formulier Wijziging aangiftetijdvak loonheffingen (pdf) downloaden. Daar is de nodige haast bij, want het ingevulde formulier moet uiterlijk op 14 december 2025 bij de Belastingdienst binnen zijn. Het nieuwe aangiftetijdvak gaat dan per 1 januari 2026 in. Ben je te laat, dan kan wisselen pas weer per 1 januari 2027.

Zorg dat administraties op elkaar aansluiten

Het is raadzaam om aan het einde van het jaar na te gaan of de loonadministratie en de financiële administratie op elkaar aansluiten. Soms kom je erachter dat er één of meer (belaste) uitbetaalde vergoedingen per ongeluk niet zijn verwerkt in de loonadministratie, met alle gevolgen van dien. Over deze vergoedingen zijn dan hoogstwaarschijnlijk geen loonheffingen ingehouden of eindheffingen afgedragen. Zulke afwijkingen komen aan het licht als je de aansluiting tussen de loonadministratie en de financiële administratie maakt. Draag de verschuldigde loonheffingen dan alsnog af.

Haal de bezem door je administratie

Je bent verplicht om de loonadministratie zeven jaar lang te bewaren. Gedurende deze termijn kan de Belastingdienst om inzage vragen. Op 1 januari 2026 mag je de administratie van 2018 en eerder dus weggooien. Zorg ervoor dat dit zorgvuldig gebeurt, zodat persoonlijke gegevens niet op straat komen te liggen.

Let er wel goed op dat niet alle administratie na zeven jaar door de papierversnipperaar mag: kopieën van identiteitsbewijzen en de verklaring loonheffingskorting mag je bijvoorbeeld pas vijf jaar na het einde van de dienstbetrekking van de werknemer vernietigen. Meer informatie over bewaarplicht en bewaartermijnen vind je in de toolbox Snel aan de slag met de bewaarplicht en de AVG.

Staat loonkostenvoordeel goed in de aangifte loonheffingen?

Komt je onderneming in aanmerking voor een loonkostenvoordeel (LKV) op grond van de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL), dan moet je in de aangiften loonheffingen over 2025 in alle tijdvakken waar dat van toepassing is het juiste LKV hebben aangevinkt. In je administratie moet je bovendien de corresponderende doelgroepverklaring bewaren om voor uitkering van een LKV in aanmerking te komen na afloop van 2025.

Salarispakket wisselen? Doe het per 1 januari

Overweegt je onderneming om van salarispakket te wisselen? Als je dat per 1 januari doet, voorkom je problemen met voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR). De VCR-methode gebruik je namelijk voor de premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW). Daarbij heb je de cumulatieven van de voorliggende loontijdvakken van hetzelfde kalenderjaar nodig. En om die in het nieuwe pakket te krijgen wanneer je wisselt tijdens een kalenderjaar, worden in de praktijk soms de aangiften loonheffingen over voorliggende tijdvakken opnieuw ingediend met het nieuwe pakket. Maar dat mag formeel niet en kan leiden tot naheffingen of teruggaven. Bij een wisseling per 1 januari start je direct goed.

Sta je voor de keuze van een nieuw salarispakket, dan is het belangrijk de functionaliteiten van de software af te stemmen op je behoefte. Je vindt een overzicht van aanbieders op Salarissoftware 2025-2026 vergelijken

Terug naar boven


TIPS VOOR DE WERKKOSTENREGELING

Kies je voor de concernregeling of niet?

Als je onderneming kiest voor toepassing van de concernregeling (infographic) vindt de berekening van de vrije ruimte plaats op concernniveau. Hierdoor kan over 2025 voor alle concernmaatschappijen samen maar één keer gebruik worden gemaakt van de hogere vrije ruimte van 2,00% tot en met een loonsom van € 400.000. Kijk goed of het voordelig is om de concernregeling toe te passen. Je moet uiterlijk bij de loonaangifte over het tweede tijdvak van 2026 beslissen of je over 2025 de concernregeling wil toepassen.

Onderzoek vaste kostenvergoedingen

Een vaste kostenvergoeding (tool) kun je als (deels) gerichte vrijstelling belastingvrij betalen als deze voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • Je wijst de vergoeding aan als eindheffingsloon.
  • Je hebt een specificatie naar aard en omvang van de vergoeding opgesteld en bewaart die bij je administratie. Geef aan uit welke bedragen de vaste vergoeding is opgebouwd qua vrijgestelde kosten.
  • Je hebt vooraf een onderzoek gedaan naar de werkelijk gemaakte kosten. Dat mag in de vorm van een steekproef.

Bestaat de vergoeding ook voor een deel uit intermediaire kosten? Dan blijft de vergoeding hiervan als die aan dezelfde voorwaarden voldoet als die van de vaste kostenvergoeding, behalve de voorwaarde van het aanwijzen als eindheffingsloon. Controleer nog vóór het eind van het jaar of de vaste vergoedingen aan de eisen voldoen.

Overweeg een bonus tot een bedrag van € 2.400

Als je organisatie aan het einde van 2025 nog vrije ruimte over heeft én overweegt om één of meer werknemers een bonus te geven, kun je deze bonus aanwijzen als eindheffingsloon en ten laste brengen van de vrije ruimte. Voor de werknemer is het voordelig dat hij de bonus daardoor netto kan ontvangen. Daarnaast bespaart je organisatie werkgeverslasten over de bonus.

Het is dan wel van belang dat jede bonus nog dit jaar uitbetaalt en dat de bonus voldoet aan het gebruikelijkheidscriterium. Dit betekent dat het aanwijzen van de bonus niet meer dan 30% mag afwijken van wat voor vergelijkbare werknemers in dezelfde sector gebruikelijk eindheffingsloon is.

Tot een bedrag van € 2.400 per werknemer per jaar beschouwt de Belastingdienst het aanwijzen van de vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsloon in ieder geval als gebruikelijk, als een soort veilige haven. En zelfs als je de vrije ruimte overschrijdt, is het aanwijzen van de bonus als eindheffingsloon een redelijk goedkope oplossing. Bij overschrijding van de vrije ruimte betaal je 80% eindheffing. Afhankelijk van de situatie kan het juist voordeliger zijn om zo’n extraatje te bruteren.

Bekijk ook de video Een bonus in de vrije ruimte van de WKR.

Let op het overschrijden van de vrije ruimte

Na afloop van het jaar moet je toetsen of je onderneming de vrije ruimte overschrijdt. Dat doe je door de totale fiscale loonsom van alle werknemers in 2025 te berekenen en daarover 2,00% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,18% over de rest te nemen. Als het loon uit vroegere dienstbetrekking meer dan 10% is van de totale fiscale loonsom, moet dit buiten beschouwing blijven. Anders telt het mee.

Als de som van alle vergoedingen en verstrekkingen die je in 2025 ten laste van de vrije ruimte hebt gebracht hoger is dan die ruimte, moet je organisatie over het meerdere 80% eindheffing betalen. Dat doe je uiterlijk bij de aangifte over het tweede tijdvak van 2026. Heeft je organisatie in de loop van 2025 al eindheffing betaald en kom je er nu achter dat je te veel of te weinig betaald hebt, dan corrigeer je dat uiterlijk in de aangifte over het tweede tijdvak van 2026.

Heeft je organisatie juist ruimte over dit jaar, dan kun je nog bekijken of je bepaalde kosten voor 2026 nog dit jaar kunt vergoeden via gebruik van de vrije ruimte.

Let op aftopping expatregeling bij ingekomen werknemer met topinkomen

Buitenlandse werknemers die in Nederland komen werken, kunnen onder voorwaarden voor hun extra kosten maximaal 30% van hun loon onbelast ontvangen. Sinds 1 januari 2024 geldt dat je de expatregeling (voorheen 30%-regeling) mag toepassen tot de maximale bezoldiging van de Wet normering topinkomens (WNT), de zogeheten Balkenendenorm. Voor 2026 is dit maximum € 262.000, zodat de onbelaste -vergoeding maximaal € 78.600 kan zijn. Als je organisatie voor de werknemer in het laatste loontijdvak van 2022 de 30%-regeling al toepaste, wordt de aftopping per 1 januari 2026 van kracht. Breng dus tijdig in kaart voor welke expats dat geldt.

Kies het meest gunstige rondom de expatregeling

Jaarlijks kan je organisatie aan het begin van het kalenderjaar kiezen of je de expatregeling (voorheen 30%-regeling) toepast bij de werknemers die het betreft, of aan hen de werkelijke extraterritoriale kosten onbelast vergoedt. Vaak zal toepassing van de expatregeling voordeliger zijn, maar het kan interessant zijn om de werkelijke extraterritoriale kosten inzichtelijk te krijgen. Zeker voor werknemers die een inkomen hebben van meer dan € 262.000 (2026) en te maken hebben met de aftoppingsmaatregel. Je kunt voor hen per 1 januari 2026 opnieuw het meest gunstige kiezen. Houd er rekening mee dat de vergoeding voor extraterritoriale kosten per 1 januari 2026 waarschijnlijk zal versoberen.

Organiseer de kerstborrel op de werkplek

Dreigt je organisatie de vrije ruimte van 2025 te overschrijden? Bekijk dan of het mogelijk is om de kerstborrel op de werkplek te organiseren, in plaats van op een externe locatie. Bij een personeelsborrel op de werkplek hoef je geen beroep te doen op de vrije ruimte om de consumpties op het feest onbelast te laten voor de werknemers en hun partners. In dat geval geldt namelijk een nihilwaardering voor de fiscale behandeling van de consumpties ter plaatse, voor de werknemer en zijn partner.

Overweeg een ov-kaart als arbeidsvoorwaarde

Overweeg aan het einde van dit jaar of je organisatie per 1 januari 2026 een openbaarvervoerkaart zal opnemen in het arbeidsvoorwaardenpakket. Sinds 2024 is de gerichte vrijstelling voor ov-kaarten verruimd.

Terug naar boven


TIPS VOOR DE AUTO VAN DE ZAAK

Controleer de bijtelling

Als werknemers van je organisatie in een auto van de zaak rijden, moet je een percentage van de cataloguswaarde bij hun loon tellen, tenzij zij kunnen bewijzen dat zij de auto niet meer dan 500 kilometer per jaar privé gebruiken. Als je geen bijtelling toepast, moet je in het bezit zijn van een kopie van de ‘Verklaring geen privégebruik auto’ of een andere vorm van bewijs dat de werknemer de auto niet (te veel) privé gebruikt.

Controleer dus goed of je alle verklaringen of andere bewijzen hebt van werknemers voor wie je geen bijtelling voor privégebruik toepast. Heb je die bewijzen niet, dan moet je misschien de aangiften van het hele jaar corrigeren en hierover afrekenen.

Corrigeer het privégebruik van auto van de zaak in de BTW

De BTW-correctie voor het privégebruik van de auto van de zaak moet je niet vergeten mee te nemen in de laatste BTW-aangifte van het jaar. Deze correctie bedraagt 2,7% van de catalogusprijs van de auto. Als je kunt aantonen aan de hand van bijvoorbeeld een kilometeradministratie dat het privégebruik lager is dan de standaard 2,7%, mag je echter een lagere correctie opnemen. Voor marge-auto’s en auto’s waarbij het privégebruik plaatsvindt later dan vier jaar na het jaar waarin je de auto in gebruik hebt genomen, mag je een correctie van 1,5% nemen.

Heroverweeg privégebruik bestelauto

Is er in je organisatie sprake van doorlopend afwisselend gebruik van een bestelauto, waarbij het privégebruik niet per werknemer kan worden vastgesteld? Dan ben je per 1 januari 2025 via de eindheffing een vast per bestelauto per jaar als belasting verschuldigd. Het definitieve bedrag voor 2026 is op dit moment nog niet bekend. Overweeg of je de afspraken met de werknemers per 1 januari 2025 aanpast, bijvoorbeeld door voortaan te werken met een ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’. Let wel op dat je arbeidsvoorwaarden niet zomaar eenzijdig mag wijzigen.

Onderneem actie voor fossiele auto van de zaak

Is je organisatie nog niet toe aan het ‘vergroenen’ van het wagenpark? Dan is het goed om rekening te houden met de voorgestelde ‘strafheffing’: voor fossiele auto’s van de zaak die vanaf 1 januari 2027 voor het eerst ter beschikking worden gesteld, moet je 12% pseudo-eindheffing over de cataloguswaarde betalen.. Dat tikt aan! Maar voor de auto van de zaak die op fossiele brandstof rijdt en de werknemer nog in 2025 of 2026 (ook privé) gaat rijden, is je organisatie tot 17 september 2030 geen ‘strafheffing’ geen verschuldigd.

Laat nieuwe elektrische auto van de zaak nog dit jaar rijden

Check of werknemers die per 2026 overstappen op een andere elektrische auto al vóór de jaarwisseling een nieuw contract kunnen aangaan.  De standaardbijtelling is 22%, met in 2025 een korting van 5% tot een cataloguswaarde van € 30.000 (CAP). Per 2026 vervallen de korting en de CAP en geldt een bijtelling (infographic) van 22% voor de gehele cataloguswaarde. Als de auto nog dit jaar voor het eerst wordt toegelaten op de weg, geldt de lagere bijtelling nog voor een periode van 60 maanden.

Terug naar boven


TIPS VOOR DE AANGIFTE BTW

Houd rekening met correctieposten in kader van privégebruik

Naast de correctie voor het privégebruik van de auto van de zaak moet je ook rekening houden met de volgende correctieposten in de laatste aangifte van het jaar 2025:

    • correctie van de BTW-post op het privégebruik van gas, water, elektra en warmte;
    • correctie voor gebruik door jou van tot je onderneming behorende goederen voor andere dan bedrijfsdoeleinden;
    • herrekening van de voorbelasting op goederen en diensten bij wijziging van het gebruik ervan.
    • correcties op grond van het BUA (Besluit Uitsluiting Aftrek omzetbelasting). Op grond van dit besluit is de voorbelasting op de volgende zaken in principe niet aftrekbaar:
      • relatiegeschenken en andere giften;
      • loon in natura;
      • (personeels)huisvesting;
      • sport en ontspanning;
      • verstrekken van spijzen en dranken onder de kostprijs.

Voor de kosten die een onderneming betaalt aan verstrekkingen en voorzieningen geldt een persoonsgebonden grens van € 227 (exclusief BTW) per werknemer per boekjaar. Blijven de uitgaven in een boekjaar onder deze grens, dan mag je de BTW gewoon verrekenen. De auto van de zaak valt niet onder de BUA-regeling. Dit betekent dat je deze correctie afzonderlijk moet berekenen.

Geef eventuele suppletie aan voor 1 april 2026

Heb je de afgelopen vijf jaar te weinig BTW aangegeven, dan ben je verplicht om een suppletieaangifte in te dienen. De Belastingdienst controleert hier sterk op. Je bent verplicht om een suppletieaangifte te doen zolang de naheffingstermijn loopt, dus gedurende vijf jaar na het jaar waarover je suppletie moet doen. De fiscus kan een vergrijpboete opleggen als je het indienen van een correctie achterwege laat. Je moet de suppletieaangifte met een verplicht gesteld formulier indienen.

Je kunt natuurlijk ook digitaal een verzoek sturen naar de Belastingdienst via het beveiligde gedeelte van de website. De kleine correcties hoef je niet te corrigeren met dit formulier, maar kun je verwerken in je eerstvolgende aangifte BTW. Dit is mogelijk tot een te betalen of terug te ontvangen bedrag van € 1.000. Als je vrijwillig vóór 1 april 2026 de correctie voor te weinig aangegeven BTW van 2025 aangeeft en betaalt, ben je geen heffingsrente verschuldigd.

Zorg dat je alle facturen van dit jaar ontvangen hebt

Zorg ervoor dat je aan het einde van het jaar alle facturen van je zakelijke relaties hebt ontvangen. Heb je een bepaalde factuur nog niet binnen, vraag die dan snel nog even op. Anders kun je ook geen BTW-aftrek claimen. Let er ook goed op dat alle gegevens op de factuur zijn vermeld, zoals de NAW-gegevens. Bij veel bonnen zal dit niet altijd het geval zijn.

Verstuur de huurverklaring

Huur je een pand met een optie voor belaste verhuur, dan moet er in de schriftelijke huurovereenkomst zijn aangegeven dat je de onroerende zaak gebruikt uitsluitend voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van BTW bestaat. Gebruik je de onroerende zaak niet meer voor deze doeleinden, dan moet je aan de verhuurder binnen vier weken na afloop van het betreffende kalenderjaar een ondertekende verklaring sturen. Ook moet je een afschrift hiervan aan de inspecteur sturen binnen dezelfde termijn.

Herzie BTW-aftrek investeringsgoederen

Heb je investeringsgoederen waarbij de verhouding tussen belast en vrijgesteld gebruik aan het eind van het (boek-)jaar afwijkt van de verhouding waarin de aankoop-BTW oorspronkelijk in aftrek is gebracht? Dan moet je de oorspronkelijk door je afgetrokken BTW op basis van dit verschil herzien.

Stuur een kopersverklaring

Heb je met een optie voor belaste levering een pand aangekocht, dan heb je een verklaring nodig dat dit voor 90% is gebruikt voor BTW-belaste doeleinden. Zo niet, dan wordt de BTW achteraf door de fiscus gecorrigeerd. Heb je een boekjaar gelijk aan het kalenderjaar en in 2024 met een optie voor belaste levering een pand gekocht, dan moet je voor het einde van januari 2027 aan zowel de verkoper als de fiscus een verklaring sturen dat je het aangekochte onroerend goed in 2025 en 2025 voor 90% of meer hebt gebruikt voor BTW-belaste prestaties.

Doe tijdig aangifte voor het laatste tijdvak 2025

Bij het leveren van goederen en diensten, ben je verplicht om uiterlijk op de vijftiende van de maand na het leveren van de prestatie een factuur te sturen. Je moet ook de BTW die in rekening is gebracht afdragen in het tijdvak waarin je de factuur heeft verstuurd. Bij een BTW-aangifte per kwartaal of per maand moet de laatste aangifte van 2025 uiterlijk 31 januari 2026 bij de Belastingdienst zijn.

Meld je aan voor de OSS

Ben je een BTW-ondernemer die digitale goederen en diensten aan particulieren in andere EU-landen verkoopt en overschrijd je de omzetgrens van € 10.000, dan moet je de BTW-tarieven van het land van de particulier toepassen. Je kunt er dan voor kiezen om de BTW in elk afzonderlijk EU-land aan te geven of dit via de unieregeling (OSS-regeling) in een keer te verwerken wat een heleboel tijd scheelt. Je moet je aanmelden op Mijn Belastingdienst Zakelijk.

Meld je dit jaar nog aan of af voor de KOR

Wil je je aanmelden voor de kleineondernemersregeling (KOR)? Dan moet je dat via Mijn Belastingdienst Zakelijk doen. Dit moet je uiterlijk vier weken voor de ingangsdatum van het aangiftetijdvak waarin je de KOR wilt laten ingaan doen. Je krijgt een brief met daarin de definitieve ingangsdatum van de KOR. De KOR is gerelateerd aan je omzet. Is die minder dan € 20.000, dan kun je de regeling gebruiken. Ook bv’s, stichtingen en verenigingen kunnen een beroep doen op de KOR.

De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

  • Je moet ondernemer voor de BTW zijn.
  • Je moet als ondernemer in Nederland gevestigd zijn.
  • Je omzet is niet hoger dan € 20.000 per kalenderjaar. Niet alle omzet telt echter mee bij het bepalen van deze grens.

Wil je geen gebruik meer maken van de KOR, meld je dan af met het afmeldingsformulier dat je vindt op de website van de fiscus.

Controleer of NAW-gegevens op de factuur aanwezig zijn

Eén van de factuureisen is dat de NAW-gegevens van de afnemer op de factuur vermeld moeten zijn. Bij veel bonnen zal dit niet altijd het geval zijn. Is daarom de BTW op deze bonnen niet aftrekbaar? Voor bonnen tot € 100 (inclusief BTW) kun je over het algemeen de BTW gewoon aftrekken, ook als niet alle NAW-gegevens op deze factuur vermeld zijn. Op de bon moeten dan wel de volgende gegevens vermeld zijn (een zogenoemde vereenvoudigde factuur):

  • datum van de bon;
  • NAW-gegevens van leverancier/dienstverrichter;
  • wat er is geleverd/verricht;
  • het BTW-bedrag of de gegevens aan de hand waarvan dit BTW-bedrag kan worden berekend.

Ontbreken je NAW-gegevens op een bon van € 100 of meer (inclusief BTW)? Dan kunt je de BTW toch aftrekken als door de wijze van betalen te achterhalen is dat je de afnemer van de levering/dienst bent. Betaal daarom met bankpas, creditcard of brandstofpas.

Vraag buitenlandse BTW terug

De buitenlandse BTW over 2025 terugvragen kun je nog tot 1 oktober 2026. Je hebt dus heeft nog wel even de tijd. Het kan natuurlijk altijd eerder. Doe je een verzoek na afloop van een kalenderjaar? Dan moet het BTW-bedrag ten minste € 50 zijn. Doe je een verzoek tijdens het kalenderjaar, over een periode van ten minste drie maanden? Dan moet het BTW-bedrag minstens € 400 zijn.

Vraag BTW op oninbare vorderingen 2025 terug

Je mag de BTW op oninbare vorderingen terugvragen op het moment dat vast is komen te staan dat je debiteur de factuur niet betaalt. Dat is in ieder geval zo een jaar na de uiterste betaaldatum van het gefactureerde bedrag. Dit brengt met zich mee dat je voor vorderingen die opeisbaar zijn geworden in 2025 de BTW volgend jaar kunt terugvragen, tenzij al eerder duidelijk is (geweest) dat de vordering niet zal worden betaald.

Corrigeer het privégebruik van auto van de zaak

De BTW-correctie voor het privégebruik van de auto van de zaak moet je niet vergeten mee te nemen in de laatste aangifte van het jaar. Deze correctie bedraagt 2,7% van de catalogusprijs van de auto. Als je echter kunt aantonen aan de hand van bijvoorbeeld een kilometeradministratie dat je privégebruik lager is dan de standaard 2,7%, mag je een lagere correctie opnemen. Voor marge-auto’s en auto’s waarbij het privégebruik plaatsvindt later dan vier jaar na het jaar waarin je de auto in gebruik hebt genomen, mag je een correctie van 1,5% nemen.

Meld verbreken van fiscale eenheid

Moet de fiscale eenheid (fe) voor de BTW tussen twee bv’s worden verbroken? Vergeet dan niet om dat schriftelijk te melden bij de inspecteur als er een beschikking fe is afgegeven. De hoofdelijke aansprakelijkheid van de leden van de fe voor de BTW eindigt namelijk pas als de verbreking bij de fiscus is gemeld. Meld je dit niet, dan kun je aansprakelijk gesteld worden voor de BTW-schuld van de vroegere fe.

Terug naar boven


TIPS VOOR DE FINANCIËLE ADMINISTRATIE

Ruim administratie 2018 op

De wettelijke bewaartermijn voor je administratie is zeven jaar. Dit betekent dat je de administratie over 2018 en eerdere jaren kunt afvoeren. Je bewaart de facturen in de vorm waarin je ze hebt verstuurd of ontvangen. Houd daarbij in het achterhoofd dat deze termijn niet geldt voor de BTW ten aanzien van onroerende zaken. Deze is namelijk tien jaar. Documenten zoals aktes, pensioen- en lijfrentepolissen en dergelijke zijn ook verstandig om te bewaren.

Bespreek alvast je conceptjaarrekening

Maakt je onderneming gebruik van externe adviseurs, dan is het handig om dit jaar al een conceptjaarrekening op te laten stellen. Als je dit nog voor het einde van het jaar met hen bespreekt, kun je wellicht nog gebruikmaken van de mogelijkheden om fiscale aftrekposten te creëren en andere fiscale faciliteiten.

Vergeet niet overlopende passiva op te voeren

Zorg ervoor dat je bij het opmaken van de jaarstukken over 2025 alle overlopende passiva opvoert. Elke passiefpost die je kunt opvoeren, vermindert de winst. Denk aan alle posten waarvoor de nota of afrekening pas in 2026 zal binnenkomen, maar die betrekking heeft op dit jaar.

Zorg voor voorziening voor dubieuze debiteuren

Bij het samenstellen van de eindbalans moet je nagaan of je nog voorzieningen kunt vormen. Misschien kom je erachter dat je in de toekomst geconfronteerd wordt met kosten die verband houden met de bedrijfsuitoefening van de afgelopen jaren. Denk bijvoorbeeld aan een voorziening voor dubieuze debiteuren. In deze tijd moet je er rekening mee houden dat sommige debiteuren extra moeite hebben met het op tijd betalen van je facturen.

Voldoe aan de fiscale eisen voor zakendoen op internet

Gebruikt je onderneming het internet als verkoopkanaal, zorg dan dat je de eisen kent die de Belastingdienst stelt aan het zakendoen via internet en de vele wettelijke regelingen ter bescherming van consumenten. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt hier toezicht op. Denk aan de spelregels voor het elektronisch factureren, een digitale administratie, het verplicht melden van BTW- en KvK-nummers.

Terug naar boven


TIPS VOOR INVESTEREN

Check de investeringsaftrek

Beoordeel of het wenselijk is om in 2025 of in 2026 te investeren. Als tijdstip van investering geldt het moment waarop je de verplichtingen tot aanschaf of verbetering van het bedrijfsmiddel aangaat.

Pas de EIA nog dit jaar toe

Het percentage voor de energie-investeringsaftrek (EIA) van 40% geldt ook voor 2026. De EIA, MIA en Vamil zijn regelingen met een zogenoemde horizonbepaling. Dat houdt in dat ze eindig zijn. Aanvankelijk zouden de regelingen per 1 januari 2024 komen te vervallen. Uit het Belastingplan 2024 bleek echter al dat deze vervaldatum verschuift naar 1 januari 2029 en dat blijft ongewijzigd.

Stel desinvesteren uit tot volgend jaar

Voor bedrijfsmiddelen waarvoor je bij aanschaf investeringsaftrek hebt ontvangen, geldt dat bij verkoop binnen vijf jaar na aanvang van het kalenderjaar waarin de investering plaatsvond, een desinvesteringsbetaling verschuldigd is. Ter voorkoming van een desinvesteringsbijtelling kan het wenselijk zijn niet in 2025 te desinvesteren, maar bijvoorbeeld pas in januari 2026.

Betaal niet in gebruik genomen bedrijfsmiddel

Heb je geïnvesteerd in een bedrijfsmiddel en dit bedrijfsmiddel heb je nog niet in gebruik genomen en ook nog niet betaald, betaal dan dit jaar nog minstens een bedrag dat even hoog is als het bedrag van de investeringsaftrek. Doe je dit niet, dan krijg je dit jaar de investeringsaftrek niet uitbetaald en wordt deze doorgeschoven naar volgende jaren. Bij een nog niet in gebruik genomen bedrijfsmiddel krijg je dit jaar dus maximaal het bedrag dat je betaald hebt aan investeringsaftrek.

Terug naar boven


TIPS VOOR DE VENNOOTSCHAPSBELASTING

Giftenaftrek benutten

De giftenaftrek in de VPB houdt in dat een bv giften in aftrek mag brengen op de winst voor de VPB als de gift maximaal 50% van de winst van de bv is, en maximaal € 100.000. Ook moet het gaan om een gift aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI) of aan een steunstichting voor een sociaal belang behartigende stichting (SBBI). Naast de giftenaftrek geldt er wetgeving waardoor giften die binnen deze grenzen blijven óók niet belast zijn bij de aandeelhouder in box 2.

Tip: Overweeg je een gift aan een ANBI te doen vanuit de bv? Doe de gift dan uiterlijk 31 december 2025, zodat aftrek in 2025 nog mogelijk is.

Bekijk of het opbreken van de fiscale eenheid VPB gunstig is

Het lage tarief voor de VPB is in 2025 19% (tot een winst van € 200.000). Het kan soms aantrekkelijk zijn om winsten over meerdere bv’s te verdelen en de fiscale eenheid voor de VPB op te heffen. Als je de fiscale eenheid wilt verbreken per 1 januari 2026, moet je dat verzoek uiterlijk 31 december 2025 indienen. Bespreek dit wel met een adviseur want er kunnen wat haken en ogen zitten aan de verbreking! Als je juist een fiscale eenheid voor de VPB wilt vormen, moet je die aanvraag voor 1 april 2026 indienen.

Zoek de innovatiebox op

De VPB kent een tarief van 9% voor innovaties. Deze speciale behandeling geldt voor winsten uit zelfontwikkelde immateriële activa waarvoor je bv een octrooi en S&O-verklaring heeft gekregen. Je kunt er ook voor kiezen om de forfaitaire regeling te gebruiken. Die gaat ervan uit dat een kwart van je winst (maar maximaal € 25.000) door innovatie komt.

Onderbouw de interne verrekenprijzen

Je bv moet in de administratie een onderbouwing hebben van de prijzen die zij rekent bij de levering van goederen of diensten aan gelieerde vennootschappen. Hieruit moet blijken dat deze prijzen ‘at arm’s length’ zijn, zoals dat heet. Dit houdt in dat het prijzen zijn die ook tussen onafhankelijke derden tot stand zouden (kunnen) zijn gekomen. Is de onderbouwing onvoldoende, dan kan dat tot dubbele heffing leiden.

Maak een keuze voor de gemengde kosten

Je bv mag de gemengde kosten tot een bedrag van € 5.700 niet in aftrek brengen. Gemengde kosten zijn betalingen voor onder meer voedsel, recepties en congressen. Heb je werknemers in dienst, dan wordt dit bedrag vervangen door 0,4% van de totale loonkosten. Bij een totale loonsom van € 1.425.000 of meer wordt de aftrekbeperking dus hoger dan € 5.700. Je kunt ook nog kiezen voor de 73,5%-regeling. Dan is 73,5% van de gemende kosten tóch aftrekbaar, en de overige 26,5% dus niet.

Is een bv nog de juiste rechtsvorm?

De vraag of een IB-onderneming misschien niet voordeliger is voor jou, is ieder jaar wel even nuttig om te bekijken. Het verdiepingsartikel Van VPB-onderneming naar IB-onderneming met de terugkeerfaciliteit en de rekentool Eenmanszaak of bv? kunnen je wellicht daarbij helpen.

Verliezen zijn onbeperkt te verrekenen

Vanaf 2022 geldt er een onbeperkte voorwaartse verliesverrekening in de VPB waardoor verdamping vanaf 2022 niet langer aan de orde is. Er is echter wel een limiet aan de hoeveelheid verliezen (zowel voorwaarts als achterwaarts) die in een jaar kunnen worden verrekend, namelijk tot maximaal 50% van de belastbare winst in een jaar. Tot € 1 miljoen aan belastbare winst kun je verliezen wel volledig verrekenen.

Vorm een kostenegalisatiereserve voor onderhoud

  • Ga na of je een kostenegalisatiereserve kunt vormen voor bepaalde uitgaven. Je kunt deze reserve vormen voor bijvoorbeeld groot onderhoud onder de volgende voorwaarden. Het moet gaan om:

    • kosten die in de toekomst ongelijkmatig verdeeld worden uitgegeven (piekeis); en
    • waarvoor een redelijke mate van zekerheid bestaat dat ze zullen worden gedaan; en
    • die worden opgeroepen door de bedrijfsuitoefening van het dotatiejaar.

Voer dit jaar al een voorziening op

  • Je kunt toekomstige uitgaven al dit jaar ten laste te brengen van de bedrijfsresultaten. Met een voorziening reken je de kosten toe aan het jaar waarin die thuishoren én incasseert je de belastingbesparing op de toekomstige uitgaven eerder in de tijd. De voorwaarden zijn de volgende:

    • de toekomstige uitgaven vinden hun oorsprong in feiten of omstandigheden die zich voorafgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan;
    • er bestaat een redelijke mate van zekerheid dat die uitgaven zich zullen voordoen;
    • de uitgaven kunnen ook aan de periode voorafgaand aan de balansdatum worden toegerekend.

Zet de voorlopige aanslag op nihil bij verlies

Als je dit jaar een verlies dreigt te gaan lijden, kun je het weglekken van liquiditeit voorkomen door de voorlopige aanslag voor 2025 op nihil te stellen. Daarnaast kun je volgend jaar bij het indienen van de aangifte een verzoek om voorlopige verliesverrekening doen. Je kunt dan 80% van het verlies alvast benutten. De definitieve beschikking volgt dan bij de aanslag.

Voorkom belastingrente, vraag voorlopige aanslag

De belastingrente die de Belastingdienst voor de VPB in rekening brengt is 9%). Om te voorkomen dat je bv deze rente moet aftikken, moet je checken of de door jou ontvangen voorlopige aanslag juist is. Is deze te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan. Voor 2025 geldt dat als je voor 1 mei 2026 een voorlopige aanslag VPB aanvraagt er geen belastingrente verschuldigd is. Dien je de VPB-aangifte voor 1 juni 2026 in en deze wordt niet aangepast, dan ben je geen belastingrente verschuldigd.

Renteaftrekbeperking beoordelen

Rente is niet aftrekbaar in de VPB voor zover het saldo van de verschuldigde en ontvangen rente meer is dan 24,5% van de winst, en meer dan € 1.000.000. Rente die in een jaar niet aftrekbaar is, kun je doorschuiven naar volgende jaren. Als je op tijd beoordeelt of de beperking van toepassing is, heb je nog de mogelijkheid om hierop te anticiperen. Mogelijk is het aan te raden géén fiscale eenheid aan te gaan, zodat elke bv zelfstandig de beperking kan benutten. In andere gevallen kan het juist beter zijn om deze aan te gaan of uit te breiden.

Terug naar boven


TIPS VOOR DE DIRECTEUR-GROOTAANDEELHOUDER

Let op de Wet excessief lenen

De Wet Excessief lenen bij de eigen vennootschap moet al te hoge schulden van dga’s bij hun eigen bv aanpakken en is per 1 januari 2023 in werking getreden. Schulden hoger dan € 500.000 (2025)worden dit jaar aangemerkt als ‘excessief’ en zijn belast in box 2 van de IB.

Dan moet je als dga wel op tijd in actie komen met het aflossen van de te hoge schuld als dat nodig is. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een dividenduitkering te doen om daarmee de schuld af te lossen. Een alternatief zou ook kunnen zijn om je privéspaargeld of privébeleggingen aan de bv over te dragen en daarmee het bovenmatige deel van de schuld aan de bv af te lossen. Of kies voor een herfinanciering van (een gedeelte van) de schuld, bijvoorbeeld bij een bank. Als je vastgoed in privé bezit, is het te overwegen om dat vastgoed te verkopen en met de opbrengst de lening af te lossen.

De Wet excessief lenen ligt nog altijd onder vuur. Het kan voor jou als dga met hoge schulden bij de eigen bv zinvol zijn om bezwaar te maken tegen aanslagen IB (uit 2023 én 2024) waarbij de wet is toegepast.

Doe beroep op afdrachtvermindering

Ook voor dga’s is het mogelijk om een beroep te doen op de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O). Die afdrachtvermindering verlaagt de loonkosten voor werknemers (en dus ook voor een dga die in dienst is van zijn bv) die zich bezighouden met S&O-werk. Een werkgever kan een korting krijgen van 32% van de loonkosten voor S&O-werk, tot € 350.000. Boven die grens kun je nog eens 16% korting krijgen. Het spreekt voor zich dat je dan wel zelf de S&O-uren moet maken. Als je op de loonlijst van de holding staat, geldt de S&O-verklaring van de werk-bv niet. Je moet dan voor de holding ook een S&O-verklaring aanvragen.

Bepaal je gebruikelijk loon in 2025

Als dga moet je in principe ten minste € 56.000 als salaris opnemen in de aangifte loonheffingen. Dit is het door de overheid vastgestelde ‘gebruikelijk loon’ voor dga’s in 2025. Volgens de vaste regels mag het loon lager zijn als je kunt aantonen dat bij de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’ (dus bij een werknemer zonder aanmerkelijk belang) een lager loon gebruikelijk is. Je mag dan je salaris daaraan gelijkstellen. Is volgens de fiscus juist een hoger loon gebruikelijk voor je positie, dan moet je het hoogste nemen van deze drie bedragen:

  • 75% van dat hogere loon;
  • het loon van de werknemer die in een aan jou verbonden bv het meest verdient;
  • maar minimaal € 56.000.

In alle gevallen geldt bij het gebruikelijk loon dat het van belang is dat je kunt onderbouwen waarom je dit loon hanteert. Rechtszaken laten zien dat de bewijslast hiervoor bij jou als dga ligt. En ook dat rechters het loon los zien van wat je nodig hebt voor je levensonderhoud, maar alleen kijken naar of het salaris daadwerkelijk gebruikelijk is voor je werkzaamheden. Vraag jezelf dus af of je dit bij een eventuele controle voldoende kunt onderbouwen.

Neem huur of rente op in aangifte IB

Heb je dit jaar zaken verhuurd aan je bv of heb je geld geleend aan je bv? Dan moet je een (fictieve) huur of rente opnemen in je aangifte IB als resultaat uit overige werkzaamheden. Je kunt daarnaast dan ook aanspraak maken op de aftrek van kosten, zoals de onderhoudskosten.

Vraag juiste vergoeding borg

Als je borg staat voor schulden van je bv, moet je daarvoor een zakelijke vergoeding vragen. Je zou dat immers ook doen als je borg zou staan voor een willekeurige andere onderneming. Word je als dga aangesproken op grond van deze borgstelling en betaal je de bank, dan heb je een zogeheten regresvordering op je bv. Deze vordering mag je in principe stellen op het bedrag dat aan de bank is betaald. Je mag de vordering in principe afwaarderen op je inkomen in box 1. De Belastingdienst let wel streng op deze vorderingen!

Verminder gebruikelijk loon door kostenvergoedingen

Kostenvergoedingen kun je in mindering brengen op het gebruikelijk loon. Het maakt daarbij niet uit of de kostenvergoedingen belast of onbelast zijn. Denk bijvoorbeeld aan een onbelaste vergoeding voor maaltijden of reiskosten. Door de vermindering van het gebruikelijk loon, betaal je als dga minder belasting in box 1.

Houd rekening-courant onder plafond van € 17.500

Heb je een rekening-courantovereenkomst met je bv, let dan op het saldo. Als dit saldo namelijk in het hele kalenderjaar niet hoger is geweest dan € 17.500, hoef je geen rente te berekenen. Let wel op: het gaat om élke dag in een jaar. Als het saldo halverwege het jaar bij wijze van spreken op € 17.501 stond, moet je over het complete boekjaar rente gaan berekenen over je schuld aan je bv. En dat kan een fikse klus zijn als er veel over en weer wordt geboekt.

Zet je partner op de loonlijst

Het kan aantrekkelijk zijn om je echtgenoot of partner die werkzaamheden verricht voor je bv op de loonlijst te plaatsen. Je partner is dan verzekerd voor de premies werknemersverzekeringen (er moet dan wel sprake zijn van een materiële gezagsverhouding!).

Verdeel bijtelling auto

Werkt je partner mee in je bv en valt hij of zij in een lagere belastingschijf? Dan kan het voordelig zijn de bijtelling voor de auto te delen met je partner. Je betaalt dan samen wellicht minder belasting.

Onderbouw dat je groepsleningen wel zakelijk genoeg zijn

Zijn er tussen verschillende bv’s binnen je concern groepsleningen afgesloten, zorg er dan voor dat deze aan de eisen van zakelijkheid voldoen. Dat wil zeggen dat een onafhankelijke derde de lening ook zou hebben verstrekt. Daarnaast zijn ook de volgende aspecten van belang:

  • Is zekerheid gesteld en wordt afgelost?
  • Sluit het rentepercentage aan bij de omvang van de lening, de voorwaarden van de lening en de kredietwaardigheid van de partij aan wie de lening verstrekt is?

Zorg dus dat je administratie voldoende informatie bevat om de zakelijkheid van de prijzen te kunnen laten checken.

Verreken belastingkorting bij niet te verrekenen verlies

Als jij en je partner in een kalenderjaar en het daaraan voorafgaande kalenderjaar geen aanmerkelijk belang meer hebben, kun je door een verzoek in te dienen een nog niet verrekend verlies uit aanmerkelijk belang laten omzetten in een belastingkorting voor 24,5% van het bedrag van dit verlies. Deze belastingkorting is alleen te verrekenen met de belasting van box 1.

Kies voor dividend boven extra loon

Het is de jaarlijks terugkerende vraag voor dga’s op zoek naar een extraatje: wordt het extra loon of extra dividend? De laatste route is in de regel fiscaal voordeliger. Dat hangt samen met het tariefverschil dat bestaat tussen de IB en het gecombineerde tarief van de dividendbelasting en de VPB.

Doe wel een uitkeringstoets als je jouw bv dividend laat uitkeren. Risico is dat je de uitkering anders moet terugbetalen of dat je in privé aansprakelijk wordt gesteld.

Dividend uitkeren aan niet-werkende partner

Als je partner niet werkt kun je dividend laten uitkeren uit je bv en deze aan je partner toerekenen (bijvoorbeeld € 15.000). Hierdoor kan je partner gebruikmaken van de heffingskortingen in de IB en is de uitkering vrijwel belastingvrij.

Terug naar boven


TIPS VOOR ONDERNEMERS IN DE INKOMSTENBELASTING

Nu nog elektrische auto van de zaak kopen

De bijtelling voor de elektrische auto van de zaak wordt volgend jaar 22%, deze is dan gelijk aan die van de fossiele auto van de zaak. Voor dit jaar geldt nog een bijtelling voor de elektrische auto van 17% tot een bedrag van € 30.000. Als je nu nog een elektrische auto aanschaft blijft deze bijtelling nog voor vijf jaar gelden. Zet je de auto op je balans, dan mag je de kosten gemaakt voor deze auto ook nog aftrekken van je winst.

Let op: De bijtelling voor privégebruik is nooit hoger dan de kosten van de auto zaak in de IB-onderneming (inclusief afschrijving). Dus bij lage kosten krijg je een lagere bijtelling .

Zet de voorlopige aanslag op nihil bij verlies

Als je dit jaar een verlies dreigt te gaan lijden, kun je het weglekken van liquiditeit voorkomen door de voorlopige aanslag voor 2025 op nihil te stellen.

Daarnaast kun je volgend jaar bij het indienen van de aangifte een verzoek om voorlopige verliesverrekening doen. Je kunt dan 80% van het verlies alvast benutten. De definitieve beschikking volgt dan bij de aanslag.

Vorm een kostenegalisatiereserve voor onderhoud

na of je een kostenegalisatiereserve kunt vormen voor bepaalde uitgaven. Je kunt deze reserve vormen voor bijvoorbeeld groot onderhoud onder de volgende voorwaarden. Het moet gaan om:

  • kosten die in de toekomst ongelijkmatig verdeeld worden uitgegeven (piekeis); en
  • waarvoor een redelijke mate van zekerheid bestaat dat ze zullen worden gedaan; en
  • die worden opgeroepen door de bedrijfsuitoefening van het dotatiejaar.

Waardeer onvolledige vorderingen af

Bevinden er zich activa op je fiscale balans die een lagere waarde hebben, dan kun je deze afwaarderen binnen de grenzen van goed koopmansgebruik. Dit betekent dat je in principe iedere vordering op de balansdatum moet bekijken en waarderen. Is de kans groot dat je niets terugkrijgt, bijvoorbeeld bij een faillissement waar geen of nauwelijks activa zijn, dan kun je naar nul afwaarderen. Het belangrijkste is dat je goed kunt onderbouwen waarom je oninbare vorderingen, voorraden, of bedrijfspanden afwaardeert. Het levert je in elk geval een flinke aftrekpost op.

Start een man-vrouwfirma

Drijf je samen met je partner een eenmanszaak en wil je partner ook in aanmerking komen voor de zelfstandigenaftrek? Dan kun je onder bepaalde voorwaarden ook samen een man-vrouwfirma oprichten. Je partner kan dan ook in aanmerking komen voor de ondernemersfaciliteiten als aan het urencriterium wordt voldaan.

Voldoet je partner niet aan het urencriterium en is er geen sprake van een ongebruikelijk samenwerkingsverband, dan kan een man-vrouwfirma toch nog wel voordeel opleveren. Aan je partner kan namelijk een deel van de winst worden toegerekend die anders bij jou belast zou zijn, waardoor de belastingdruk op de totale winst waarschijnlijk lager wordt.

Houd rekening met gebruikelijkheidstoets

Bij een vof of maatschap met je partner, moet je bij de taakverdeling rekening houden met de gebruikelijkheidstoets. Die toets richt zich op het aantal uren dat je partner binnen het samenwerkingsverband werkt. Daarbij tellen de gewerkte uren niet mee als de partner hoofdzakelijk (voor meer dan 70%) ondersteunende werkzaamheden verricht én derden in eenzelfde situatie geen vof of maatschap zouden aangaan. Zorg er dus voor dat je partner kan aantonen dat hij/zij voor ten minste 31% van de werktijd een hoofdtaak verricht.

Hevel vermogensbestanddeel over naar privévermogen

Als je vermogensbestanddelen (bijvoorbeeld een woon/praktijkpand) kunt aanmerken als privévermogen, kun je eens berekenen of hieruit een fiscaal voordeel voortvloeit. Je mag dan namelijk een (fictieve) gebruiksvergoeding aftrekken van je fiscale winst. Dit kan een voordeel opleveren: de vergoeding is aftrekbaar tegen maximaal 49,5% (zonder rekening te houden met MKB-winstvrijstellling) in box 1 van de inkomstenbelasting en de vermogensbestanddelen zijn belast tegen het box 3-tarief.

Voer dit jaar al een voorziening op

voorziening reken je de kosten toe aan het jaar waarin die thuishoren én incasseer je de belastingbesparing op de toekomstige uitgaven eerder in de tijd. De voorwaarden zijn de volgende:

  • de toekomstige uitgaven vinden hun oorsprong in feiten of omstandigheden die zich voorafgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan;
  • er bestaat een redelijke mate van zekerheid dat die uitgaven zich zullen voordoen;
  • de uitgaven kunnen ook aan de periode voorafgaand aan de balansdatum worden toegerekend.

Zorg dat je op tijd een herinvestering doet

Heb je een herinvesteringsreserve op je balans staan, houd dan de termijn voor herinvestering in de gaten. Je moet voor de afloop van de driejaarstermijn zijn overgegaan tot herinvestering (een verplichting zijn aangegaan) in een nieuw bedrijfsmiddel.

Heb je bijvoorbeeld een boekjaar dat gelijk is aan het kalenderjaar, dan loopt op 31 december 2025 de driejaarstermijn af voor de herinvesteringsreserve die in de loop van 2022 op de balans is gezet.

Kies de voordeligste optie voor gemengde kosten 

Voor de beperkt aftrekbare gemengde kosten zoals representatiekosten geldt in principe een vaste bijtelling van € 5.700. Maar je kunt er ook voor kiezen om 80% van de gemengde kosten in aftrek te brengen. Je moet dan wel de gemengde kosten specificeren, terwijl dit bij de vaste bijtelling niet hoeft.

Maak dus eens een berekening van wat voor jou voordeliger uitpakt: de aftrek van 80% of de bijtelling van € 5.700.

KIA vergeten? Dan om vermindering vragen

Heb je in een eerder jaar de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) niet toegepast terwijl je daar wel recht op had, dan kunt je de fiscus verzoeken om een ambtshalve vermindering van de aanslag van dat jaar. Dit geldt ook voor de energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek (MIA), als je aan de voorwaarden voldoet. In 2025 is 2020 het oudste jaar waarvoor je om een ambtshalve vermindering kunt vragen.

WBSO-aanvraag indienen

Als je onderneming per 1 januari 2026 met S&O-werkzaamheden wil starten, geldt als uiterste aanvraagdatum 20 december 2025. Voor de overige maanden geldt een uiterste indieningsdatum van de 30e of 31e van de maand voorafgaand aan de maand waarbinnen het S&O-werk gaat plaatsvinden.

Voorkom verdamping

Als je nog een niet-verrekend verlies hebt staan uit 2016, is 2025 het laatste jaar waarin verrekening plaats kan vinden. Na dit jaar verdampt het verlies en kun je het niet meer met toekomstige winsten verrekenen.

Terug naar boven


TIPS VOOR ONDERNEMERS

Bepaal je boekjaar

Ga na of je het boekjaar per 1 januari 2026 wilt aanpassen. Een aanpassing kan alleen als het besluit daartoe aantoonbaar vóór het einde van het lopende boekjaar is genomen. De meeste ondernemers hebben een boekjaar dat gelijkloopt met het kalenderjaar. Soms kan een aanpassing van het boekjaar administratieve, bedrijfseconomische en fiscale voordelen opleveren. Voorbeelden zijn een tariefvoordeel, een langere termijn voor verliesverrekening of een langere termijn om te herinvesteren.

Bespreek alvast je conceptjaarrekening

Maakt je onderneming gebruik van externe adviseurs, dan is het aan te raden om al in 2025 een conceptjaarrekening op te laten stellen. Bespreek je die dit jaar nog, dan kun je wellicht nog gebruikmaken van de mogelijkheden voor het creëren van fiscale aftrekposten en andere fiscale faciliteiten.

Neem je verzekeringen door

Het einde van het jaar is een mooi moment om je verzekeringen door te nemen. Bij een ingrijpende verbouwing, een veranderd assortiment en een gewijzigde omzet bijvoorbeeld, kan het lonen om te bekijken of de verzekeringen nog passen bij je situaties. Je wilt natuurlijk te allen tijde voorkomen dat je achteraf wordt geconfronteerd met een forse onderdekking en een uitkering die aanzienlijk lager is dan je had verwacht.

Let op met preferente aandelen en bedrijfsopvolging!

De nieuwe, ruime definitie van preferente aandelen kan per 2026 bij bedrijfsopvolging en de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet leiden tot een hogere belastingdruk dan voorheen. Beoordeel daarom vóór 2026 of aanpassingen nodig zijn om fiscale verrassingen te voorkomen.

  • Check de statuten: zijn er letteraandelen met eigen reserves en voorrangsrechten? Dan is aanpassing nodig vóór 1 januari 2026.
  • Trek reserves gelijk: door dividend- en agioreserves te egaliseren, voorkom je preferentie.
  • Bewaak de bezits- en voortzettingseis. Mutaties in reserves kunnen leiden tot verschieten van kleur. Dat betekent: nieuwe bezitsperiode en verlies van BOR-voordelen.
  • Leg alle mutaties ook vast. Leg vast wanneer en waarom reserves wijzigen. Dit is cruciaal voor de bezits- en voortzettingseis.

Er is geen overgangsrecht. De nieuwe regels gelden direct vanaf 1 januari 2026. Voor overdrachten vóór die datum blijft de oude wetgeving van kracht..

Terug naar boven


TIPS VOOR PARTICULIEREN

Leg een papieren schenking vast

Als je geld wilt schenken aan je kinderen maar dit nog niet hebt of nog niet wilt overmaken, kun je ook onder schulderkenning (papieren schenking) het geld schenken. Over de schuld moet je wel 6% rente betalen en je moet de schuld in een notariële akte vastleggen.

Check je voorlopige aanslag 2026

Voorkom dat je de belastingrente van 6,5% verschuldigd wordt! Controleer daarom of je voorlopige aanslag 2026 correct is. Is deze te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan.

Ga groen beleggen

Als jij of je fiscale partner geld in een groenfonds belegt krijg je hiervoor een korting. De heffingskorting voor groene beleggingen wordt berekend over je vrijstelling voor groene beleggingen. De heffingskorting is 0,1% van je vrijstelling. Deze vrijstelling voor groene beleggingen in box 3 bedraagt in 2025 € 26.312. Voor fiscale partners geldt een dubbele vrijstelling. De vrijstelling kan nooit hoger zijn dan de waarde van je groenfonds op 1 januari.

Bekijk rentemiddeling om rente te besparen

Rentemiddeling bied je een mogelijkheid om tegen een lagere hypotheekrente te lenen, zonder dat je de boeterente vanwege vervroegd aflossen moet betalen. Bij rentemiddeling is de boeterente namelijk niet ineens verschuldigd, maar wordt uitgesmeerd over de nieuwe rentevastperiode. Kijk daarom of in je situatie rentemiddeling een mogelijkheid is.

Betaal lijfrentepremie op tijd

Heb je een pensioentekort, dan kun je dit tekort aanvullen door een lijfrente te storten. Dan moet je de lijfrentepremie echter wel voor 31 december 2025 storten. Doe je dit namelijk later, dan kun je deze in je aangifte IB voor 2025 niet meer aftrekken, maar moet je een jaartje wachten om deze mee te nemen.

Los kleine schulden af

Heb je (lage) schulden die in box 3 vallen en beschik je over voldoende vermogen? Dan kun je fiscaal voordeel behalen als je de box 3-schulden aflost. Voordat deze schulden namelijk de heffingsgrondslag van box 3 verminderen moet eerst een drempel per partner zijn overschreden. Los deze schulden dus zo veel mogelijk vóór de peildatum af.

Middelen kan alleen nog met/over 2024

Als je een sterk wisselend belastbaar inkomen hebt in een aaneengesloten periode van drie jaren, kun je dat inkomen middelen. Daarmee kun je een tariefvoordeel bereiken. De mogelijkheid van middeling is per 2023 verdwenen. Er geldt echter wel overgangsrecht voor de jaren na 2022, als ook 2022 in het middelingstijdvak wordt betrokken. Het laatste tijdvak waarover nog kan worden gemiddeld zijn dus de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

Het verzoek tot middeling moet je hebben ingediend binnen 36 maanden nadat de laatste aanslag IB over de drie jaren van het herrekentijdvak onherroepelijk is komen vast te staan. Het verschil tussen de werkelijk door jou betaalde belasting en de belasting na middeling wordt pas teruggegeven als het bedrag hoger is dan € 545.

Geen peildatumarbitrage!

De samenstelling van het vermogen – en dus de box 3-heffing – wordt in januari vastgesteld. Door de verschillende rendementen op de verschillende categorieën is het aanlokkelijk om op de peildatum van 1 januari de samenstelling van het vermogen tijdelijk te wijzigen. Dat wordt peildatumarbitrage genoemd. Om dit tegen te gaan, is er antimisbruikwetgeving. Die geldt voor twee situaties:

  • Overige bezittingen worden vóór 1 januari omgezet in banktegoeden en na 1 januari weer ingewisseld voor overige bezittingen;
  • Vóór 1 januari wordt een schuld aangegaan, het geld wordt op een bankrekening gezet en na 1 januari wordt de lening daarmee weer afgelost.

Als tussen het wisselen minder dan drie maanden zit, wordt de transactie die heeft plaatsgevonden vóór 1 januari geacht niet te hebben plaatsgevonden. Dit geldt niet als er een zakelijke reden aanwezig is. Het kan toch ook na 1 oktober, mits dat dan minimaal 3 maanden wordt aangehouden.

Vermogen verlagen

  • Als je vermogen zo hoog is dat je box 3-heffing verschuldigd bent in 2025 kun je misschien met onderstaande opties dit naar beneden zien te krijgen:

    • Ga extra aflossen op je hypotheek.
    • Doe een grote uitgave die je eigenlijk voor 2026 had gepland.
    • Stort het vermogen als agio of aandelenkapitaal in je bv (als je die hebt).
    • Schenk geld (belastingvrij)
    • Los kleine schulden af of betaal aanslagen.
    • Leg extra voor je pensioen via bijvoorbeeld een lijfrente.
    • Ga groen beleggen (zie hierboven).

Terug naar boven

TIPS VOOR FONDSENWERVING

Houd fondsenwerving binnen grenzen BTW-heffing

Fondsenwerving valt in principe gewoon onder de heffing van BTW, maar gelukkig gelden er vrijgestelde prestaties. Zijn je hoofdactiviteiten vrijgesteld van BTW, dan hoef je over zogenoemde fondsenwervende activiteiten onder voorwaarden geen BTW af te dragen. Deze vrijstelling geldt alleen voor:

  • organisaties die personen verzorgen en verplegen in instellingen;
  • organisaties voor jeugd- en jongerenwerk;
  • sportorganisaties en sportclubs;
  • instellingen voor wettelijk geregeld onderwijs;
  • collectieve belangenbehartigers;
  • sociale en culturele instellingen.

Voor het toepassen van deze vrijstelling is wel vereist dat de fondsenwerving binnen de volgende grenzen blijft (bedragen 2025):

  • goederenleveringen: € 68.067 per jaar;
  • diensten: € 22.689 per jaar;
  • diensten door sportclubs: € 50.000 per jaar.

Komen je inkomsten boven die grens uit, dan is het hele bedrag belast met BTW. Om te voorkomen dat je die grenzen overschrijdt, kun je mogelijk nog inkomsten uitstellen naar begin volgend jaar.

Informeer donateurs over voordelen van gift

Donateurs kunnen profiteren van een belastingvoordeel als ze een gift doen. Een gift aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI), culturele ANBI of steunstichting SBBI (sociaal belang behartigende instelling) levert namelijk een aftrek op in de aangifte inkomstenbelasting van de donateur. Voor een gewone gift geldt wel een drempel van 1% van het inkomen van de donateur en een minimum van € 60. Het bedrag dat boven deze drempel komt, mag de donateur aftrekken. Dit is mogelijk tot een maximum van 10% van het drempelinkomen. Gaat het om een periodieke gift, dan mag de donateur het volledige bedrag van de gift aftrekken. En ook voor organisaties geldt een aftrek van de winst. De aftrek is ten hoogste 50% van de winst met een maximum van € 100.000.

Wijs donateurs op deze voordelen en voorwaarden. Het is zonde als zij net na de jaarwisseling een gift aan je organisatie doen, waardoor ze voor 2025 onder de genoemde drempel blijven. In dat geval is het mogelijk voordeliger om de gift niet uit te stellen tot 2026.

Voor giften in natura geldt sinds 1 januari 2024 een extra voorwaarde: als je gift hoger is dan € 10.000 per kalenderjaar (€ 20.000 voor fiscaal partners) is deze alleen aftrekbaar na een onafhankelijke waardebepaling. Die kun je laten doen door een erkend taxateur. In sommige gevallen volstaat een recente aankoopfactuur.

Informeer donateurs over mogelijk voordeeltje

De huidige economische crisis heeft grote invloed op de fondsenwerving van je organisatie. Veel non-profitorganisaties hebben te maken met een daling van de inkomsten. Het is daarom belangrijk om donateurs te wijzen op een belastingvoordeel als ze willen doneren. Een gift aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI), culturele ANBI of steunstichting SBBI (sociaal belang behartigende instelling) levert namelijk een aftrek op in de aangifte inkomstenbelasting van de donateur. Dat kan potentiële donateurs net dat laatste zetje in de goede richting geven.

Voor een gewone gift geldt een drempel van 1% van het inkomen van de donateur en een minimum van € 60. Het bedrag dat boven deze drempel komt, mag de donateur aftrekken. Dit is mogelijk tot een maximum van 10% van het drempelinkomen. Gaat het om een periodieke gift, dan mag de donateur het volledige bedrag van de gift aftrekken. En ook voor organisaties geldt een aftrek van de winst. De aftrek is ten hoogste 50% van de winst met een maximum van € 100.000. Wijs donateurs op deze voordelen en voorwaarden. Het is zonde als zij net na de jaarwisseling een gift aan je organisatie doen, waardoor ze voor 2025 onder de genoemde drempel blijven. In dat geval is het mogelijk voordeliger om de gift niet uit te stellen tot 2026.

Voor giften in natura geldt vanaf 1 januari 2024 een extra voorwaarde: als je gift hoger is dan € 10.000 per kalenderjaar (€ 20.000 voor fiscaal partners) is deze alleen aftrekbaar na een onafhankelijke waardebepaling. Die kun je laten doen door een erkend taxateur. In sommige gevallen volstaat een recente aankoopfactuur.

Terug naar boven