Wet voor contant geld ligt bij de Tweede Kamer
De Wet chartaal betalingsverkeer is naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze wet verplicht grote banken om een landelijk netwerk van geldautomaten in stand te houden. Daarnaast moeten klanten van banken voortaan bankbiljetten kunnen storten bij de geldautomaten. De Nederlandsche Bank (DNB) gaat hier toezicht op houden.
Volgens het wetsvoorstel wordt het verplicht om een geldautomaat te hebben binnen een straal van vijf kilometer. Contant geld zou voor iedereen beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar moeten blijven, aldus de rijksoverheid. Volgens minister Heinen van Financiën is contant betalen van belang, omdat een grote groep mensen moeite heeft met het digitale betalingsverkeer of om andere redenen liever contant betalen. Daarnaast is het van belang om bij een pinstoring contant geld te hebben.
Infrastructuur van geldautomaten
Wordt de wet van kracht, dan blijft de huidige landelijke infrastructuur van geldautomaten in stand. Dit betekent dat er binnen een straal van vijf kilometer een werkende geldautomaat moet zijn. Op dit moment gelden hiervoor vrijwillige afspraken, maar die zijn niet voldoende om de bereikbaarheid van contant geld te kunnen garanderen. In het wetsvoorstel is ook opgenomen dat geen tarieven morgen worden doorberekend aan particuliere klanten van grote banken bij het opnemen van contant geld. Voor andere betaalrekeninghouders – waaronder ondernemers – gaan maximumtarieven gelden.
Bankbiljetten gratis storten
In het wetsvoorstel is ook geregeld dat klanten van zowel grote als middelgrote banken voortaan kosteloos bankbiljetten kunnen storten bij geldautomaten. De stortverplichting gaat gelden voor middelgrote banken met meer dan 500.000 klanten. Kleine banken zijn uitgezonderd. De Tweede Kamer nam onlangs een voorstel aan voor een nationale acceptatieplicht van contante betalingen tot € 3.000. Dit ligt bij de Eerste Kamer. Er wordt op dit moment in kaart gebracht welke uitzonderingen er nodig zijn, bijvoorbeeld uit oogpunt van veiligheid.
Uit recent onderzoek van de Europese Centrale Bank (ECB) kwam naar voren dat ondanks de digitalisering in Europa contant geld nog steeds het meest gebruikte betaalmiddel aan de kassa is. In Nederland ligt dit aanzienlijk lager.