Aanpassing van het faillissementsrecht: de stand van zaken

4 januari 2018 | Door redactie

De komende regeerperiode zullen er een aantal aanpassingen in het faillissementsrecht komen. Er was al het een en ander aangepast en in werking getreden, maar een aantal van de (wets)wijzigingen zijn nog niet definitief en moeten nog goedkeuring krijgen van de Tweede en Eerste Kamer.

In 2012 heeft de minister van Veiligheid en Justitie al aangekondigd om het faillissementsrecht te moderniseren. De aanpassingen zijn opgenomen in het programma Herijking Faillissementsrecht. Het programma heeft drie pijlers, namelijk bestrijding van faillissementsfraude, het bevorderen van het reorganiserend vermogen van ondernemingen en modernisering van de faillissementsprocedure.

Aanpak faillissementsfraude en bestuursverbod al in werking

Een aantal wetsvoorstellen zijn al in werking getreden, het ging om:

  • De herziening van het strafrechtelijk faillissementsrecht: met dit wetsvoorstel zijn de mogelijkheden voor opsporing en vervolging en voorkoming van faillissementsfraude vergroot.
  • Een sterkere informatiepositie van de curator en het vaststellen dat fraudebestrijding  een wettelijke taak is van de curator. Het voeren van een onjuiste administratie en het bewaren daarvan kan hij strafbaar stellen.
  • De mogelijkheid tot het opleggen van een civielrechtelijk bestuursverbod: hierdoor mag een bestuurder die frauduleus heeft gehandeld in aanloop naar een faillissement tot maximaal vijf jaar geen bestuursfunctie uitoefenen.
  • Het aannemen van de Uitvoeringswet EU-Insolventieverordening. Deze verordening zorgt voor uniforme Europese procedures voor ondernemingen in financiële problemen die actief zijn in de EU.

Stille bewindvoerder, dwangakkoord en berichtenverkeer

Om de mogelijkheden bij een reorganisatie of doorstart te vergroten zijn een aantal voorstellen gedaan. Zo kunnen ondernemingen in financiële problemen de rechter vragen welke curator de rechtbank zou kiezen als de onderneming failliet zou gaan. De curator treedt dan op als stille bewindvoerder. De stille bewindvoerder onderzoekt met de onderneming of een doorstart mogelijk is en geeft advies en begeleiding in de omgang met uw schuldeisers.
Verder wordt ook buiten een faillissement een dwangakkoord mogelijk. Als een meerderheid van de schuldeisers een doorstart ondersteunt, kan een enkele of een minderheid van schuldeisers of aandeelhouders de doorstart niet blokkeren.
In de plannen ter modernisering van de faillissementsprocedure staan voorstellen om de mogelijkheden van internet beter te benutten en bijvoorbeeld met elektronisch berichtenverkeer te werken.
Meer informatie over de voorgestelde aanpassingen leest u in het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht (pdf).