Kan uw bv de belasting of premies niet betalen, dan bent u verplicht om dit te melden bij de Belastingdienst. Door het op tijd melden van de betalingsonmacht voorkomt u dat de Belastingdienst u als bestuurder persoonlijk aansprakelijk stelt. Het melden van betalingsonmacht voorkomt aansprakelijkheid echter niet als er sprake is van opzet en/of grove schuld. Dit blijkt uit een recent arrest van de Hoge Raad.
De bv in deze zaak had in de jaren 2002 tot en met 2004 te weinig BTW aangegeven. Dit kwam naar voren tijdens een boekenonderzoek van de Belastingdienst. Op 25 juli 2007 legde de fiscus dan ook een naheffingsaanslag voor de BTW op met boete. De bv kon deze aanslag echter niet betalen en gaf in een brief aan de ontvanger aan dat ze onmogelijk de aanslag binnen de gestelde termijn kon voldoen. Op 11 september 2007 is de bv uiteindelijk in staat van faillissement verklaard. De Belastingdienst stelde daarop de bestuurders aansprakelijk voor de niet-betaalde BTW. Volgens de fiscus was namelijk sprake van opzet en/of grove schuld.
Volgens de Hoge Raad moest de bv de betalingsonmacht melden binnen twee weken na de vervaldag van de aanslag. Mogelijke aansprakelijkheid van de bestuurders was op deze manier te voorkomen. Deze regel was echter niet van toepassing bij opzet en/of grove schuld van de bv. De bestuurders van de bv hadden in cassatie niet bestreden dat er sprake was van opzet en/of grove schuld. De Hoge Raad concludeerde daarom dat de melding van betalingsonmacht om die reden niet rechtsgeldig was. De bestuurders waren dus persoonlijk aansprakelijk voor de niet-betaalde BTW.
Hoge Raad, 23 december 2011, LJN: BR7038