In de strijd tegen faillissementsfraude hebben rechters de mogelijkheid om frauderende bestuurders van bv’s en andere rechtspersonen een bestuursverbod op te leggen. Deze civielrechtelijk bestuursverboden zijn openbaar: de Kamer van Koophandel publiceert civielrechtelijke bestuursverboden zodra ze zijn opgenomen in het gewijzigd Handelsregisterbesluit.
In 2023 gingen 3.271 bedrijven failliet, in de meeste gevallen door geldproblemen. Ongeveer een kwart van de bedrijven in Nederland gaat expres failliet om handelspartners te misleiden. Zo kan de ondernemer expres zijn schulden hoog laten oplopen, om vervolgens zijn onderneming failliet te laten gaan. Wat ook voorkomt, is dat een ondernemer bij een faillissement (infographic) bepaalde bezittingen of geld met opzet geheimhoudt voor de schuldeiser(s) om zo de schulden niet te hoeven betalen. De overheid maakt veel werk van het aanpakken van faillissementsfraude. Dat is niet voor niets, want deze vorm van fraude raakt ook bonafide ondernemingen.
Curatoren kunnen bij de rechter verzoeken om een bestuursverbod op te leggen bij het vermoeden van faillissementsfraude. Degene aan wie de rechter een civielrechtelijk bestuursverbod oplegt, mag gedurende een door de rechter bepaalde periode:
Krijgt een ondernemer een bestuursverbod opgelegd, dan komt zijn naam in een openbaar register. Notarissen en de Kamer van Koophandel (KvK) werken dan niet meer mee aan de oprichting en inschrijving van een nieuwe onderneming waarin die persoon als bestuurder is benoemd. Op de site van de KvK staan handige tips om faillissementsfraude te herkennen.