Als een organisatie failliet wordt verklaard, zijn de gevolgen vaak groot. Zo zijn er gevolgen voor de schuldeisers, de bestuurders en natuurlijk de werknemers. Bij een reorganisatie krijgen de werknemers in veel gevallen compensatie via een sociaal plan. Bij een failliet verklaarde organisatie is daar (vaak) geen geld voor. Uit een uitspraak van een rechter blijkt dat de moederorganisatie in sommige gevallen moet opdraaien voor de kosten.
Uit eerdere jurisprudentie bleek al dat moederorganisaties verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de gedupeerden van een dochterorganisatie. Een onlangs failliet verklaarde organisatie had zelf te weinig middelen om haar werknemers te voorzien van een sociaal plan. Wel was de organisatie de onderhandelingen aangegaan met de vakbonden. Uit die onderhandelingen was geen concreet sociaal plan voortgekomen, maar wel een onderhandelingsresultaat. Dit resultaat kon niet door de dochterorganisatie worden nageleefd. De OR stelde een advies op waarin zij de moederorganisatie aansprakelijk stelde voor de financiering van het onderhandelingsresultaat. De moederorganisatie had zich namelijk vrij intensief bemoeid met de beleidsmatige keuzes die voor deze dochteronderneming werden genomen.
In deze zaak hield de rechter de moederorganisatie verantwoordelijk voor de personele gevolgen van het faillissement van de dochteronderneming. Het ging met name om de gevolgen voor werknemers die weinig tot geen kansen hadden om de arbeidsmarkt. Zo oordeelde de rechter dat de moederorganisatie moest opdraaien voor de kosten van een aanvulling op de WW-uitkering of een vergoeding voor een outplacementtraject.
Gerechtshof Leeuwarden, 6 december 2011, LJN: BU7109