Verzet en hoger beroep tegen uitgesproken faillissement

23 juli 2021 | Door redactie

Als voor uw organisatie faillissement wordt aangevraagd, is er nog steeds een mogelijkheid om het faillissement te voorkomen. Uw organisatie kan in verzet en hoger beroep gaan, zelfs als een rechter heeft bepaald dat het einde van uw organisatie terecht in zicht is.

Een schuldeiser kan niet met alleen maar zijn eigen vordering een faillissementsverzoek voor uw organisatie bij de rechtbank indienen. Er moet sprake zijn van pluraliteit van schuldeisers: dat betekent dat er meerdere schuldeisers moeten zijn die onbetaald blijven. Dit heet ook wel een steunvordering. Een steunvordering is een vordering van een andere natuurlijke of rechtspersoon en dus niet van degene die het verzoek tot faillissement heeft aangevraagd. De rechter betrekt die steunvordering in zijn oordeel dat uw organisatie gestopt is met betalen.

Verzet en hoger beroep tegen de rechterlijke faillissementsuitspraak

Als u als vertegenwoordiger van uw organisatie op de faillissementszitting verschijnt en u wilt zich verzetten tegen het faillissement (tools), moet u onderbouwen en aantonen dat uw organisatie de vordering best kan voldoen. Doet u dit niet overtuigend, dan kan de rechter nog steeds het faillissement over uw organisatie uitspreken. Daarna benoemt hij een rechtercommissaris en stelt hij een curator aan. Ook als de rechter een oordeel heeft geveld, bestaat er nog een kans om het faillissement ongedaan te maken. U kunt (als u bij de faillissementszitting bent) in beroep gaan tegen de uitspraak. Let wel op, de termijn hiervoor is slechts 8 dagen! Was u niet aanwezig op de faillissementszitting? Dan kunt u binnen veertien dagen in verzet komen tegen het faillissementsvonnis. Voor beide situaties hebt u een advocaat nodig.

Bij verzet en hoger beroep geldt totale schuldenplaatje

Als uw organisatie gebruikmaakt van een van de hiervoor genoemde mogelijkheden, moet de curator dat direct weten. Hij zal dan terughoudendheid zijn en bijvoorbeeld niet direct overgaan tot het veilen van de inventaris. Bij zowel verzet als hoger beroep gaat het niet langer om uitsluitend de vordering van de faillissementsaanvrager en de steunvordering, maar gaat het om de totale schuldenpositie van uw organisatie. Uw organisatie kan in de korte tijd die er is alle schuldeisers aanschrijven en hen verzoeken er schriftelijk mee in te stemmen om een betalingsregeling te treffen, bijvoorbeeld betalen in termijnen of een (gedeeltelijk) uitstel van betaling. Een andere mogelijkheid is het storten van het geldbedrag dat de schuldeisers tegoed hebben op de derdenrekening van de advocaat. Die kan hiermee op de zitting aantonen dat uw organisatie niet in de toestand verkeert te hebben opgehouden te betalen. Een andere mogelijkheid is om een bankverklaring te verkrijgen voor het bedrag aan openstaande schulden van uw organisatie.