Minder fusies bij familiebedrijven

14 september 2016 | Door redactie

Ten opzichte van eerdere jaren is het aantal fusies en overnames op de Nederlandse markt in de eerste helft van dit jaar gedaald. Omdat bij familiebedrijven onderhandelingen over een fusie toch al eerder stuklopen dan bij andere ondernemingen, zal de daling van het aantal fusies extra impact hebben op deze groep ondernemers.

In het eerste halfjaar werden er 260 overeenkomsten gesloten waarbij een Nederlandse onderneming betrokken was. Dit maakte accountantsorganisatie KPMG onlangs bekend. In het tweede halfjaar van 2015 werden beduidend meer fusies overeengekomen: 293. Ook de totale waarde nam af van € 62 miljard euro in de tweede helft van 2015 naar € 20 miljard in het eerste halfjaar van 2016. KPMG geeft aan dat financiële kopers een steeds belangrijkere positie innemen op de fusie- en overnamemarkt. Zo namen durfkapitalisten in de eerste helft van dit jaar 35 procent van alle transacties voor hun rekening. Eerder schommelde hun aandeel nog tussen de 20 en 30 procent.

Fusie loopt stuk op prijs en risicofactoren

De positie van familiebedrijven bij een fusie blijft bijzonder: familiebedrijven voeren wel onderhandelingen over overnames, maar zij breken deze onderhandelingen een stuk vaker af dan andere ondernemingen. Zo kwam uit eerder onderzoek van Deloitte naar voren dat in 41 procent van overnamegesprekken familiebedrijven op korte termijn een einde maken aan de onderhandelingen, tegenover 21 procent bij andere ondernemingen. Volgens Deloitte heeft dit verschil te maken met de voorzichtigere houding van familiebedrijven en hun streven naar continuïteit. Naast de geboden prijs, beschouwen veel ondernemers risicofactoren als een belangrijke reden om de overnameonderhandelingen vroegtijdig af te breken. Omdat familiebedrijven in de regel juist risicomijdend zijn, is het niet verwonderlijk dat hun fusieplannen vaker op niets uitdraaien.