Verwachte afwijzing zit kredietaanvraag soms in de weg

12 juni 2019 | Door redactie

Het Nederlandse midden- en kleinbedrijf krijgt minder vaak een lening van de bank dan in andere Europese landen. Dat meldt het Centraal Planbureau (CPB) op basis van onderzoek. Deels komt dat doordat Nederlandse mkb'ers ook minder krediet vragen bij de bank, maar ook de 'marktmacht' van de banken zou een rol kunnen spelen.

Ondanks dat mkb’ers steeds vaker de weg vinden naar alternatieve vormen van financiering, blijft de bank vooralsnog de belangrijkste geldbron. Tegelijkertijd klagen ondernemers ook geregeld dat banken inmiddels wel érg streng zijn bij het verstrekken van financiering.

Kans op financiering kleiner dan elders

Het CPB heeft nu voor Europese landen vergeleken hoe scheutig banken zijn met leningen. Daaruit blijkt dat Nederlandse mkb’ers minder vaak een banklening krijgen dan vergelijkbare ondernemingen in de eurozone (landen die de euro als munt hebben). Daarnaast liggen de rentes op bedrijfsleningen volgens het CPB ook relatief hoger dan in ons omringende landen.

Minder aanvragen, meer afwijzingen

Het gat in kredietverlening ten opzichte van andere eurolanden komt van twee kanten, stelt het CPB. Enerzijds vragen Nederlandse mkb’ers minder vaak krediet aan de bank dan vergelijkbare ondernemingen in andere eurolanden. Anderzijds wijzen de Nederlandse banken vaker een kredietaanvraag af dan elders. Deels kan dat terecht zijn, benadrukt het CPB. Sommige bedrijfsplannen zijn nu eenmaal te risicovol voor de bank. Maar het verschil in verstrekkingen met andere landen is ‘opmerkelijk groot’.

‘Verwachting om afgewezen te worden’

Voor een deel is het logisch dat het Nederlandse mkb relatief minder leningen aanvraagt. Bijvoorbeeld omdat veel ondernemers richten zich op diensten in plaats van op industriële activiteiten. Verder heeft een deel van de ondernemers simpelweg al genoeg geld in kas voor de financiering van hun onderneming (e-learning). Maar ook de ‘verwachting om afgewezen te worden’ speelt mee bij het afzien van een kredietaanvraag, aldus het CPB. De zogeheten BMKB-regeling kan helpen om sterker te staan bij de bank. Daarbij staat de overheid deels garant voor de lening. Ondernemersvereniging MKB-Nederland stelt in een reactie op de CPB-studie dan ook dat de overheid niet mag bezuinigen op de BMKB-regeling.

Relatief hoge rentes op bedrijfsleningen

Als verklaring voor het relatief hoge aantal afwijzingen van kredietaanvragen wijst het CPB in het onderzoek (pdf) voorzichtig naar de ‘marktmacht’ van banken. Het planbureau kan niet bewijzen dat gebrek aan concurrentie doorslaggevend is. Maar de onderzoekers noemen wel de relatief hoge rentes op bedrijfsleningen als aanwijzing hiervoor.

CPB wijst naar concurrentie met hypotheken

Ook wijst het CPB erop dat banken vanwege de opgeschroefde kapitaalseisen mogelijk eerder kiezen om geld uit lenen voor hypotheken dan voor bedrijfsleningen. Leningen voor woningen houden voor de bank namelijk minder risico in. Bankenkoepel NVB is overigens verbaasd over deze opmerking van het CPB. Volgens de banken is er geen directe concurrentie tussen deze twee vormen van financiering. De NVB stelt in een reactie ook dat verschillen tussen landen bepalend zijn voor de kredietverstrekking. Een internationale vergelijking geeft daarom weinig inzichten voor conclusies over Nederland, aldus de bankenkoepel.

Bijlagen bij dit bericht

Effectief financieren van uw onderneming
E-learning | VideoCollege 32 minuten