Als u samen met andere partijen een fiscale eenheid voor de btw vormt waarin ook niet-belastingplichtigen zijn opgenomen, gooien Europese regels binnenkort wellicht roet in het eten. De Europese Commissie klaagt Nederland namelijk aan bij het Europees Hof van Justitie omdat in ons land niet-belastingplichtigen voor de btw wel kunnen toetreden tot een fiscale eenheid voor de btw.
De Belastingdienst kan een groep juridisch zelfstandige ondernemingen en ondernemers voor de btw aanmerken als een fiscale eenheid. In dat geval hoeft de groep gezamenlijk maar één btw-aangifte in te dienen. Om een fiscale eenheid voor de btw te kunnen vormen moeten de verschillende partijen wel een eenheid vormen op financieel, economisch en organisatorisch gebied. Het vormen van een fiscale eenheid voor de btw is toegestaan volgens artikel 11 van de geldende Europese btw-richtlijn (pdf). In juli 2009 heeft de Europese Commissie nadere invulling (pdf) gegeven aan dit artikel. Daaruit volgde onder meer de conclusie dat niet-belastingplichtigen geen deel mogen uitmaken van een fiscale eenheid voor de btw. Op die manier zouden zij anders onder de eisen die aan een btw-belastingplichtige worden gesteld uitkomen. Dat zou volgens de Commissie kunnen leiden tot oneerlijke belastingconcurrentie tussen lidstaten van de Europese Unie.
Nederland gaf geen gehoor aan deze nadere invulling en paste de wetgeving niet aan. Daarom moet ons land zich nu voor de Europese rechters verdedigen, overigens samen met enkele andere Europese landen. Pas als de Europese rechter zich heeft uitgesproken zal duidelijk zijn of Nederland de btw-regels op dit punt definitief moet aanpassen.