Tot en met 31 maart 2016 kunt u bij de Belastingdienst een verzoek indienen om met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (VPB) te vormen. U moet dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen.
Het verzoek moet bestaan uit een aantal ingevulde formulieren. Hoeveel formulieren u bij de Belastingdienst moet indienen, is afhankelijk van de samenstelling van de te vormen fiscale eenheid VPB. Als deze bestaat uit een moedervennootschap en één of meer dochtervennootschappen, moet het verzoek bestaan uit formulier A (pdf) en formulier B (pdf). Deze formulieren moeten worden ingeleverd bij het belastingkantoor waar de moedervennootschap onder valt. De moedervennootschap moet altijd ten minste 95% van de aandelen met stemrecht van de dochtervennootschap in het bezit hebben. Daarnaast moeten beide ondernemingen hetzelfde boekjaar hanteren en werkzaam zijn onder de rechtsvorm besloten of naamloze vennootschap.
Mocht er sprake zijn van een fiscale eenheid tussen zustervennootschappen, dan moet u kiezen welke deelnemende onderneming u aanmerkt als moedervennootschap. Met ingang van dit jaar is het ook mogelijk om een fiscale eenheid te vormen met een tussenliggende buitenlandse vennootschap uit een andere lidstaat van de Europese Unie. Als de moedervennootschap al is toegevoegd aan een andere fiscale eenheid, moet ook formulier C (pdf) worden ingevuld. Het is ook mogelijk om de hiervoor genoemde formulieren te verwerken in een brief (tool). Voor alle situaties geldt dat de ondernemingen uit de fiscale eenheid hetzelfde belastingregime moeten hanteren en de winst moet op dezelfde manier worden berekend.