De staatssecretaris van Financiën heeft op vragen van de Eerste Kamer over het wetsvoorstel spoedreparatie fiscale eenheid geantwoord dat dit wetsvoorstel uitvoerbaar is.
De fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting heeft een deel van zijn glans verloren door een arrest van het Europese Hof van Justitie van vorig jaar. Het Hof vindt de fiscale eenheid discriminerend, omdat concerns met een buitenlandse tak niet zo’n eenheid kunnen vormen. Nederland zou sommige voordelen van dit fiscale regime daarom ook moeten toestaan voor concerns met bijvoorbeeld een dochterbedrijf over de grens.
Maar het kabinet wil daar niet aan en heeft de schadelijke effecten voor de Nederlandse schatkist gerepareerd met een spoedwet. Die schrijft kort gezegd voor dat sommige onderdelen van de fiscale eenheid behandeld moeten worden alsof er geen eenheid bestaat. In de tussentijd werkt het kabinet aan een vervanger van de fiscale eenheid, die er voor het eind van deze kabinetsperiode moet zijn.
De spoedreparatie heeft een terugwerkende kracht tot 1 januari 2018. En daar viel de CDA-fractie in de Eerste Kamer over. De grieven hierover hebben zij onder andere in een brief met vragen (pdf) aan staatssecretaris Snel van Financiën kenbaar gemaakt. Op deze vragen heeft Snel nu antwoord gegeven. Er zijn uitvoeringstoetsen gedaan voor wat betreft de vijf regelingen die met de spoedreparatie te maken krijgen. Hieruit is gebleken dat het wetsvoorstel uitvoerbaar is. Wel geeft hij aan dat het wetsvoorstel voor de renteaftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente alleen onder voorwaarden uitvoerbaar is. Hier wordt daarom gekozen voor selectief toezicht.
Het is beleid om terugwerkende kracht bij nieuwe fiscale regelgeving zoveel mogelijk te beperken en aan belastende fiscale maatregelen geen terugwerkende kracht toe te kennen, behalve in uitzonderlijke gevallen. Bij de Wet spoedreparatie fiscale eenheid is er sprake van een uitzonderlijk geval volgens de staatssecretaris.
Snel geeft in zijn antwoord ook aan dat de terugwerkende kracht al is verzacht van 25 oktober 2017 naar 1 januari 2018 en dat de spoedmaatregelen op dat moment voldoende kenbaar zijn gemaakt. Ook heeft de Raad van State het wetsvoorstel zonder opmerkingen over de terugwerkende kracht goedgekeurd.