Grote wijzigingen op arbeidsmarkt na verkiezingen 2021?

12 november 2020 | Door redactie

Het kabinet heeft al veel gedaan om de ongelijkheid op de arbeidsmarkt te verkleinen, maar er moet ook nog veel gebeuren. Dit schrijven de minister en staatssecretaris van SZW in een reactie op het rapport van de commissie-Borstlap uit januari.

Op 23 januari 2020 verscheen het eindrapport van de Commissie Regulering van Werk onder leiding van Hans Borstlap en kort daarvoor het advies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) over een toekomstbestendige arbeidsmarkt. In een brief aan de Eerste en Tweede Kamer reageren minister Koolmees en staatssecretaris Van ’t Wout van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) nu op de aanbevelingen uit beide rapporten. In januari concludeerde de commissie-Borstlap dat er sprake is van een grote tweedeling op de arbeidsmarkt tussen met name zzp’ers, flexwerkers en werknemers met een vast contract. De oorzaak van deze tweedeling ligt voor een groot deel in de huidige wet- en regelgeving, die hiervoor grondig op de schop moet.

Kabinet treft voorbereidingen voor volgend kabinet

In de Kamerbrief geven de minister en staatssecretaris aan dat zij de meeste aanbevelingen van de commissie-Borstlap en de WRR onderschrijven. De coronacrisis, die vlak na het verschijnen van de rapporten uitbrak, benadrukt de urgentie van de rapporten. De herzieningen zijn echter niet binnen één regeerperiode te realiseren. Het huidige kabinet heeft wel al een aantal stappen gezet. Zo verkleint de Wet arbeidsmarkt in balans de verschillen tussen flexibel en vast werk. De komende maanden zal het kabinet voorbereidingen treffen om een volgend kabinet in staat te stellen met de aanbevelingen aan de slag te gaan. Het ministerie gaat onder meer de introductie van het STAP-budget uitwerken. Het plan van de commissie-Borstlap om een deeltijdontslag in te voeren, steunt het kabinet niet omdat dit een te grote onzekerheid oplevert voor werknemers.

Onderzoek naar rechtspositie platformwerkers

Ook laat het kabinet een onderzoek uitvoeren naar platformwerk. Bij deze vorm van arbeid gebruiken platforms technologie om een vorm van gezag uit te oefenen over de platformwerkers, terwijl de platformwerkers de arbeidsrechtelijke bescherming van werknemers missen. Het kabinet gaat uitzoeken of het juridisch mogelijk is platformarbeid in principe als loondienst aan te merken, tenzij het platform kan aantonen dat de platformwerkers daadwerkelijk zelfstandigen zijn. Het kabinet wil ook onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de rechtspositie van andere specifieke groepen werkenden te versterken. Een eerder plan hiervoor liep vast op Europese regelgeving.