Kwetsbare flexkracht moet meer scholing krijgen

12 juni 2013 | Door redactie

Flexkrachten met minder goede kansen op de arbeidsmarkt moeten meer beroepsgerichte scholing en ontwikkeling krijgen. Dat is in het kort het advies van een aantal deskundigen aan de Stichting Opleiding & Ontwikkeling Flexbranche (STOOF), het opleidings- en ontwikkelingsfonds (O&O-fonds) voor de uitzendbranche. Flexkrachten die kwetsbaar zijn, zijn bijvoorbeeld mensen die geen startkwalificatie hebben.

Het team van experts dat advies heeft uitgebracht aan STOOF pleit onder meer voor nieuwe oplossingen voor ontwikkelbanen en leerwerkcontracten. Uitzendorganisaties, O&O-fondsen en overheden moeten meer samenwerken om werk-naar-werktrajecten te realiseren en de krachten bundelen om beroepsgerichte scholing te bieden aan mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. In het advies 'Uitzendwerk is vast en zeker vakmanschap' (pdf) staan 25 deeladviezen van het expertpanel om de positie en werkzekerheid van flexkrachten op de arbeidsmarkt te versterken.

Meer samenwerken met O&O-fondsen

Bijna 35% van de flexkrachten heeft geen startkwalificatie, terwijl goed opgeleide vakkrachten van essentieel belang zijn voor de flexkrachten zelf, de uitzendbranche en voor u als opdrachtgever. Het expertpanel adviseert STOOF onder andere om meer samen te werken met O&O-fondsen van andere sectoren, bijvoorbeeld in de techniek, zorg en logistiek. Ook moeten flexkrachten beter weten wat mogelijke loopbaanpaden zijn en moet de mobiliteit tussen de verschillende sectoren verbeteren. Omdat gemeenten en UWV flink moeten bezuinigen, zult u de komende jaren mogelijk steeds vaker een beroep doen op flexkrachten. Het is dus belangrijk dat de scholing en ontwikkeling van deze krachten op peil blijven. Het expertpanel roept onder meer de lokale overheid op om werken lonend te maken voor uitkeringsgerechtigden die als flexkracht aan de slag gaan.

Opleidingen van flexkrachten

STOOF is het O&O-fonds voor de uitzendbranche. In de uitzendbranche zijn jaarlijks zo’n 750.000 uitzendkrachten aan het werk: 35% van hen is laagopgeleid, 46% middelbaar- en 19% hoogopgeleid. Bijna 16% van de flexkrachten volgt een opleiding. Dat is bijna net zo veel als medewerkers in vaste dienst die een opleiding doen (16%).