Mannen die fysiek zware arbeid verrichten, hebben een grotere kans om eerder te overlijden dan collega’s die minder zwaar werk doen. Dat blijkt uit de voorpublicatie van een onderzoek van het VUmc. Meer bewegen op het werk is niet per se goed.
Mannen die voor hun werk zware fysieke arbeid moeten verrichten, hebben 18% meer kans op vroegtijdig overlijden. Dat is de conclusie van een recent onderzoek door het medisch centrum van de Vrije Universiteit (VUmc) Amsterdam. Het onderzoek is op 15 mei 2018 gepubliceerd in de British Journal of Sports Medicine. Voor het onderzoek zijn gegevens van bijna 200.000 proefpersonen uit 13 landen gecombineerd. Werknemers met beroepen met een hoge fysieke arbeidsbelasting zijn bijvoorbeeld bouwvakkers, stratenmakers en verpleegkundigen. Het is het eerste grote onderzoek naar voor- en nadelen van (veel) bewegen op het werk.
Volgens de aanbevelingen uit de nieuwe Beweegrichtlijnen 2017 van de Gezondheidsraad is het gezond om per week minstens tweeënhalf uur matig intensief te bewegen. Voldoende beweging dient ter preventie van hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Die beweging kan beter van sport komen dan van werk. Wie sport, is korte tijd intensief bezig, kan pauzes nemen en bouwt spieren en uithoudingsvermogen op. Fysieke inspanning op het werk kan per dag wel acht uur duren, en dat vijf dagen per week! Werknemers zijn bovendien gebonden aan de voorgeschreven arbeidstijden en kunnen het werk niet onderbreken wanneer zij dat willen. Ze hebben dus geen tijd om te herstellen.