Nieuw onderzoek laat zien dat ook steeds meer werkgevers wel voelen voor een flexibel pensioen. Zij vrezen dat werknemers met een zwaar beroep de opschuivende AOW-leeftijd niet zullen halen en arbeidsongeschikt worden.
De roep om speciale overheidsmaatregelen voor mensen met een zwaar beroep wordt steeds luider. Door de verhoging van de AOW-leeftijd moeten alle werknemers straks langer doorwerken. Dat is echter niet voor iedereen haalbaar. Uit nieuw onderzoek van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) zou blijken dat werkgevers vooral bang zijn voor de gevolgen van langer doorwerken door mensen met een zwaar beroep zoals lassers en stucadoors. Zij verwachten dat deze werknemers uitvallen voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en arbeidsongeschikt raken.
In geval van langdurig ziekteverzuim moet de werkgever twee jaar het loon doorbetalen en de weggevallen capaciteit opvullen. Om tot centrale maatregelen te komen, moet eerst duidelijk zijn wat een zwaar beroep is. Een eerdere poging daar een definitie van te geven, is gestrand. Werkgevers in de bouw en metaal deden eveneens een oproep voor een flexibele AOW-leeftijd voor werknemers met een zwaar beroep. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) liet de gevolgen doorrekenen en bracht een rapport (pdf) uit over de gevolgen van eerder stoppen met werken.
Langer doorwerken is niet alleen problematisch voor werknemers in de bouw, metaal en installatietechniek, ook in de zorg en het onderwijs hebben werknemers een hoge arbeidsbelasting. Bovendien zijn er door de vergrijzing meer ouderen op de werkvloer. Als deze al gezondheidsklachten hebben, is het risico van het ontwikkelen van een beroepsziekte op latere leeftijd groter. Werkgevers moeten nu investeren in preventie en duurzame inzetbaarheid, ook om te voorkomen dat juist gezonde werknemers eerder stoppen met werken uit angst hun pensioen niet te halen.