Eenmaal afroommethode, altijd afroommethode

1 mei 2015 | Door redactie

De inspecteur mag niet jaarlijks kiezen welke methode hij hanteert om de hoogte van uw gebruikelijk loon vast te stellen. Baseert hij zich eerst op loon dat u van uw bv krijgt, dan mag hij in een later jaar niet zomaar de afroommethode gebruiken als de winst van uw bv hoger is dan het loon dat u krijgt.

In deze belanghebbende zaak draaide het om een dga van een bv met wisselende resultaten over de jaren 2007-2011. Het gebruikelijk loon dat de dga zichzelf toekende bleef wel stabiel en de bv deed voor die jaren de aangifte loonheffingen op basis van het uitbetaalde loon. De inspecteur corrigeerde echter de aangiftes voor 2007, 2009 en 2010. De bv had in dit jaar namelijk veel meer omzet behaald en de inspecteur paste de afroommethode toe voor die jaren. Hierdoor kreeg de bv een forse naheffingsaanslag te verwerken. De bv stapte daarom naar de rechter.

Geen keuzevrijheid voor de inspecteur

Voor de rechter stelde de inspecteur de vrijheid te hebben om voor de vette jaren van de bv de afroommethode te gebruiken. De dga was namelijk de enige werknemer van de bv en dus verantwoordelijk voor de behaalde omzet. Volgens de rechter had de inspecteur die vrijheid echter niet. Nergens uit de wettekst bleek dat de inspecteur elk jaar mag kiezen of hij het gebruikelijk loon wil gebruiken, of de afroommethode mag toepassen. Dit zou volgens het Gerechtshof ook onwenselijk zijn. Het zou namelijk leiden tot een onredelijke en willekeurige belastingheffing. Als de inspecteur u al jaren aanslaat op basis van uw loon, mag hij dus niet zomaar een correctie op basis van de afroommethode toepassen.
Gerechtshof Den Haag, 11 maart 2015, ECLI (verkort): 962