Laag dga-loon met auto van de zaak pakt verkeerd uit
Een directeur-grootaandeelhouder (dga) die zichzelf een laag loon toekent en in een auto van de zaak rijdt, moet zorgen voor een waterdichte administratie. Dat blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Den Haag. Zonder goede onderbouwing volgt correctie van het gebruikelijk loon én bijtelling voor privégebruik van de auto. Zo kan een fiscaal voordeel snel omslaan in een dure rekening.
De wet schrijft voor dat een dga zichzelf een zogenoemd ‘gebruikelijk loon’ moet uitkeren. Dat bedrag is gebaseerd op wat normaal is voor vergelijkbare functies en ligt meestal fors hoger dan een symbolisch salaris. Het normbedrag in 2025 is € 56.000. Alleen met overtuigend bewijs kan daarvan worden afgeweken. Ontbreekt dat bewijs, dan corrigeert de Belastingdienst het loon (toolbox). Precies daar liep het ook in deze zaak mis.
Loon correctie door fiscus
Een bv verhuurde ongeveer 176 woningen en had naast de dga nog twee werknemers in dienst. Over de jaren 2018 tot en met 2022 stelde de vennootschap het loon van de dga vast op slechts € 10.386 per jaar. Tegelijkertijd reed zij in een Mercedes en later in twee Mini’s van de zaak, waarvoor geen bijtelling was toegepast. Voor de inspecteur was dit reden genoeg om in te grijpen. Hij legde naheffingsaanslagen loonheffingen op, uitgaande van een gebruikelijk loon oplopend van € 73.500 in 2018 tot € 85.250 in 2022. Daarnaast werd de bijtelling voor de drie auto's alsnog opgelegd.
Deeltijd speelt een rol
De rechtbank gaf de inspecteur deels gelijk. Daar werd geoordeeld dat de inspecteur terecht een bestuurder van een woningcorporatie in de bezoldigingsklasse B als vergelijkingsmaatstaf had genomen. Wel stelde de rechtbank vast dat de dga niet fulltime werkte; de inspecteur had ten onrechte geen rekening gehouden met de deeltijdfactor. De dga slaagde er echter niet in te onderbouwen dat het dienstverband slechts 20% bedroeg. Het loon werd daarom vastgesteld op de wettelijke normbedragen van € 45.000 (2018) tot € 48.000 (2022) per jaar, zonder daarbij de deeltijdfactor toe te passen. De bijtelling voor de Mercedes verviel, maar die voor de Mini’s bleef in stand. Het ontbreken van een rittenregistratie en duidelijke afspraken over privégebruik gaf de fiscus uiteindelijk de wind in de zeilen.
En nog een hoop (gematigde) verzuimboetes
De inspecteur had bovendien forse boetes opgelegd voor aangifteverzuimen. Die werden door de rechtbank gematigd in verband met het lagere gebruikelijk loon, maar toch bleef er nog altijd een stevige rekening over van € 12.500.
Rechtbank Den Haag 11 juli 2025, ECLI (verkort): 13092