Matiging gebruikelijk loon bij meerdere bv’s

11 november 2013 | Door redactie

De gebruikelijkloonregeling bepaalt de hoogte van het bedrag dat een directeur-grootaandeelhouder (dga) als gebruikelijk loon in aanmerking moet nemen. Voor een dga met meerdere bv’s kan dat aardig in de papieren lopen. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft echter bepaald dat een dga bij concernconstructies in sommige gevallen af mag wijken van de gebruikelijkloonregeling.

In deze rechtszaak ging het om een dga die ook enig aandeelhouder was van een beheervennootschap. Deze vennootschap hield alle aandelen van twee dochterondernemingen. Ook hiervan was de dga directeur en enig medewerker. De inspecteur van de Belastingdienst had, zoals in principe gebruikelijk is in concernverband, de gebruikelijkloonregeling toegepast per dienstbetrekking. De dga was het hier niet mee eens. 

Gebruikelijk loon verlagen bij financiële malaise

In principe had de inspecteur juist gehandeld volgens het gerechtshof: in concernsituaties moet de gebruikelijkloonregeling (toolbox) immers per dienstbetrekking toegepast worden (zie ook Hoge Raad, 11 november 2005, ECLI (verkort): AU6018). In dit geval was er echter sprake van een aantal omstandigheden, die ervoor zorgden dat de dga het recht aan zijn kant had. Zoals de zeer slechte financiële situatie van de verschillende ondernemingen. Dit alleen kan al een reden zijn om het gebruikelijk loon te verlagen. Daarnaast had de inspecteur gesteld dat de dga in zijn levensonderhoud had voorzien door geld op te nemen van zijn rekening-courant, die hij bij zijn beheervennootschap had.

Gerechtshof: niet drie keer een voltijdsbaan

Volgens het gerechtshof kon uit de overlegde jaarstukken echter worden opgemaakt dat er sprake was van een creditstand op de rekening. Bovendien was de dga de enige werknemer van de drie ondernemingen. Het gerechtshof stelde daarom vast dat het onmogelijk was dat de dga drie keer een voltijdsdienstbetrekking had vervuld. Het gerechtshof stelde het gebruikelijk loon voor de dochtervennootschap op nihil gezien de financiële positie van de betreffende bv. Voor de beheervennootschap stelde de rechter het gebruikelijk loon vast op € 15.247, het werkelijk genoten loon. Van een derde bv stelde de rechter het loon vast op € 38.118.   
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22 oktober 2013, ECLI (verkort): 8030