Als werknemers in hun werk in contact komen met biologische factoren, kunnen zij infecties oplopen of overgevoeligheidsreacties. De wisselwerking met deze micro-organismen is niet zichtbaar voor het blote oog. Wat zijn dit voor stoffen?
De term ‘biologische factoren’ is een containerbegrip voor allerlei stoffen en bestaat uit levende en dode micro-organismen:
Er zijn sectoren waar bewust met micro-organismen wordt gewerkt. Denk aan microbiologische laboratoria, de voedingsmiddelenindustrie (voor de productie van bier, brood en zuivel) en onderzoeksinstellingen. In de Arbowet wordt deze toepassing ‘gericht werken’ genoemd en daarvoor gelden doorgaans meer verplichtingen. Alle andere situaties heten ‘ongericht werken’, en hierbij is contact met micro-organismen een ongewild bijverschijnsel van het werk, zoals in de landbouw, de zorg of bij afvalwaterzuivering.
Biologische agentia komen op heel veel plekken en in allerlei vormen voor. Het kan gaan om bacteriën, virussen en schimmels en parasieten die infecties en allergieën kunnen veroorzaken, zoals astma, griep en COVID-19, maar ook vergiftiging en kanker. Soms treedt het effect van het contact direct op of binnen enkele dagen na de blootstelling, maar een effect kan zich ook pas na enkele jaren openbaren, zoals het geval is bij hepatitis C of de ziekte van Lyme.