In 2020 werd in Nederland in totaal voor € 5,6 miljard gegeven aan goede doelen. Het bedrijfsleven gaf daarbij meer dan huishoudens. Dit komt mede door de coronacrisis waardoor het voor goede doelen moeilijker was om fondsen te werven. Dit blijkt uit het recente rapport van Geven in Nederland.
De totale inkomsten van goede doelen zijn in 2020 gestegen met bijna € 100 miljoen ten opzichte van 2018. Als percentage van het Nederlands bruto binnenlands product is juist een daling te zien van 0,8% naar 0,7%. Het bedrijfsleven heeft met € 2,158 miljard het grootste aandeel (39%) in de totale inkomsten. Het aandeel van huishoudens is door de coronacrisis juist iets teruggelopen. In 2020 gaven huishoudens € 2,073 miljard (37% van het totaal). Dit is een daling ten opzichte van 2018 (€ 2,421 miljard). Deze daling komt vooral omdat het voor goede doelen door de coronamaatregelen lastiger was om fondsen te werven. De overige opbrengsten kwamen van kansspelen (€ 572 miljoen), fondsen (€ 391 miljoen) en nalatenschappen (€ 388 miljoen).
Uit de manier van geven blijkt wel dat het aantal vaste periodieke overschrijvingen is gestegen (van 44% naar 48%). Daarnaast gaven huishoudens in 73% van de gevallen geld en goederen. De waarde van de gift is in 2020 gezakt tot € 360 (was € 373 in 2018). Opvallend is dat de populariteit van lokale goede doelen verder is gestegen. Aan het vertrouwen in goede doelen heeft het ook niet gelegen, want dat steeg van 35% naar 45%.
Geven in Nederland gaat ook in op de rol van vrijwilligers. Door de maatregelen tijdens de coronacrisis was het lastiger om vrijwilligerswerk te doen. Uit het rapport (pdf) blijkt ook een daling van het totale aantal vrijwilligers. Van de Nederlanders deed 44% in 2022 vrijwilligerswerk. In 2020-2021 heeft 9% van de vrijwilligers meer aan vrijwilligerswerk gedaan ten opzichte van 2018-2019, 21% minder vrijwilligerswerk, 33% ongeveer hetzelfde en 37% deed in 2018-2019 geen vrijwilligerswerk.