Eigen woning en partner duidelijker gemaakt

21 september 2021 | Door redactie

Er zijn op Prinsjesdag in de ‘Memorie van Toelichting Overige fiscale maatregelen 2022’ een aantal aanpassingen opgenomen voor de eigenwoningregeling in partnerschapssituaties en bij overlijden.

De onderstaande wetswijzigingen moeten de toepassing van de bijleenregeling en de aflossingsstand in partnerschapssituaties rechtvaardiger maken en onbedoelde renteaftrekbeperkingen voorkomen. Ook wordt de eigenwoningregeling bij overlijden eenvoudiger gemaakt en de achterblijvende partner niet onnodig geconfronteerd met het eigenwoningverleden van de overleden fiscale partner.

Huwelijksgemeenschap niet langer bepalend

De komende wetswijzigingen moeten op 1 januari 2022 in werking treden:

  • Bij de gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning wordt van hetgeen de fiscale partners gezamenlijk ­– rekening houdend met hun EWR – maximaal als eigenwoningschuld (EWS) mogen financieren, maar vanwege de wijze van financiering en werking van de bijleenregeling bij hen individueel niet als EWS wordt aangemerkt, mede als EWS aangemerkt.
  • Inzet van een aflossingsstand bij gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning vindt plaats op gezamenlijk niveau tot ten minste het bedrag van het aandeel in de schuld van de partner met de betreffende aflossingsstand.
  • Bij de gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning door fiscale partners kan bij oversluiten de ruimte voor het aangaan van een bestaande eigenwoningschuld (BEWS) van de ene partner door beide partners naar rato van het schuldaandeel in de gezamenlijke schuld worden benut. Hiermee kan een partner die zelf geen recht heeft op toepassing van het overgangsrecht hier toch gebruik van maken.
  • De overgang naar de fiscale partner van een aflossingsstand naar rato van de gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap vervalt. Een aflossingsstand blijft van de partner bij wie deze is ontstaan. Dit zorgt ervoor dat de aanwezigheid van een huwelijksgemeenschap niet langer bepalend is voor de overgang van een aflossingsstand.
  • Een zogenoemde pre-boedelmenging eigenwoningreserve (EWR) gaat alleen bij een huwelijk in algehele gemeenschap van goederen voor de helft over op de echtgenoot. Een pre-boedelmenging EWR is een EWR die is ontstaan vóór het huwelijk of vóórdat boedelmenging als gevolg van het wijzigen van huwelijkse voorwaarden plaatsvindt.
  • Het overlijden van een belastingplichtige leidt altijd tot een vervreemding van de eigen woning voor het deel van de belastingplichtige. Bij overlijden ontstaat dus een EWR, maar deze vervalt samen met een eventueel al bestaande EWR van rechtswege vanwege het overlijden. Een EWR gaat bij overlijden niet over op de langstlevende partner (of een andere belastingplichtige). Bij overlijden ontstaat dus een aflossingsstand, maar deze vervalt samen met eventueel al bestaande aflossingsstanden van rechtswege vanwege het overlijden. Een aflossingsstand gaat bij overlijden niet over op de langstlevende partner (of een andere belastingplichtige).

Bijlagen bij dit bericht