Het kabinet heeft op Prinsjesdag aangekondigd dat de eenmalig verhoogde vrijstelling in de schenkbelasting voor schenkingen van ouders aan kinderen tussen 18 en 40 jaar wordt verruimd. De schenking moet dan wel benut worden voor de eigen woning. In de Successiewet 1956 is een eenmalig verhoogde vrijstelling van € 53.016 opgenomen.
De hoogte van de vrijstelling wordt structureel verruimd van € 53.016 in 2016 tot € 100.000 in 2017. Daarnaast vervalt de beperking dat de schenking moet zijn gedaan door een ouder aan een kind. Hierdoor kan er ook buiten de gezinssituatie gebruik worden gemaakt van de vrijstelling. Wel blijft de leeftijdsbeperking van kracht. Deze verruiming zal om budgettaire redenen pas in werking treden per 1 januari 2017. De schenking moet verband houden met de volgende zaken:
De verhoogde schenkingsvrijstelling betreft een eenmalige vrijstelling. De regel is dat de verkrijger per schenker eenmaal in zijn leven van één van de regelingen gebruik kan maken. In eerdere jaren kregen gebruikers echter de mogelijkheid om eerdere schenkingen voor de eigen woning aan te vullen tot de voor die jaren geldende verhoogde vrijstelling. Eerdere schenkingen mogen daarom ook de komende jaren weer worden aangevuld tot de verhoogde vrijstelling van € 53.016 in 2016 en € 100.000 in 2017.
De structurele verruiming van de vrijstelling moet de eigenwoningschuld terugdringen. Nederlandse huishoudens hebben een relatief hoge eigenwoningschuld. Dit is onder meer veroorzaakt door royale hypotheekverstrekkingen in het verleden, waarbij meestal niet werd afgelost op de schuld.