Informatierecht is hoeksteen van OR-praktijk

24 september 2021 | Door redactie

De ondernemingsraad (OR) heeft recht op alle informatie die hij redelijkerwijs nodig heeft om zijn taak te kunnen uitvoeren. Krijgt de OR geen informatie van de bestuurder of heeft de OR behoefte aan aanvullende informatie, dan kan hij deze opvragen.

Het informatierecht van de OR is onder andere vastgelegd in artikel 31 en verder van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De OR moet het informatierecht benutten (artikel) om te kunnen meepraten over organisatievraagstukken en invloed te kunnen uitoefenen op belangrijke voorgenomen besluiten van de bestuurder. De WOR maakt onderscheid tussen informatie die de OR ongevraagd hoort te ontvangen en informatie die de raad zelf moet opvragen.

OR heeft inzicht nodig in de structuur en financiën van de organisatie

De bestuurder moet de OR in ieder geval de nodige basisinformatie over de organisatie verstrekken. Zeker als er een nieuwe OR aantreedt, is dit van belang. De (nieuwe) OR moet immers inzicht hebben in de structuur van de organisatie, zoals de bv’s die tot de onderneming behoren, de statuten, toezichthouders of het organigram, en de financiële positie en vooruitzichten van de organisatie, die kunnen blijken uit onder meer de jaarverslagen, exploitatieoverzichten en begroting. Krijgt de OR deze informatie niet van de bestuurder, dan moet de OR deze stukken bij hem opvragen. De bestuurder is namelijk verplicht om deze informatie aan de OR te verstrekken.

OR kan alle informatie opvragen die hij nodig heeft

Daarnaast heeft de OR een actief informatierecht. Zo heeft de OR recht op alle informatie die de raad redelijkerwijs voor zijn taak nodig heeft. Dit speelt in het bijzonder bij besluiten waarbij de OR adviesrecht (artikel 25 WOR) of instemmingsrecht (artikel 27 WOR) heeft. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen of actualiseren van de risico-inventarisatie en -evaluatie (toolbox) of het opstellen van een passend thuiswerkbeleid (toolbox) of voor een verantwoorde terugkeer naar kantoor (toolbox). De OR kan dankzij zijn initiatiefrecht (artikel 23, lid 3 WOR) bovendien alle zaken die hij van belang vindt met de bestuurder bespreken. De OR heeft dus over uiteenlopende onderwerpen informatie nodig om zijn rol goed te kunnen vervullen. De OR moet over deze informatie kunnen beschikken voordat hij hierover met de bestuurder in overleg gaat.

OR kan met bestuurder in kaart brengen welke informatie hij wil ontvangen

De OR doet er verstandig aan om met de bestuurder in kaart te brengen welke informatie beschikbaar is, wie hiervoor verantwoordelijk is, met welke frequentie en op welke data de informatie beschikbaar komt en of deze informatie relevant is voor de OR of eventuele commissies. Veel rapportages verschijnen immers met een bepaalde regelmaat. Denk aan rapportages over de productie, over de financiën of verzuimcijfers. In de OR-jaaragenda (tool) kan de OR deze data bijhouden. Dan weten alle leden van de OR en commissie(s) wanneer zij welke informatie moeten ontvangen en wanneer zij het onderwerp in het eigen overleg of in de overlegvergadering met de bestuurder kunnen bespreken.

Meer informatie over het informatierecht van de OR vindt u in de toolbox Zo gebruikt u het informatierecht optimaal.

Bijlagen bij dit bericht