Veel werknemers zijn ook buiten werktijd met hun werk bezig, bijvoorbeeld omdat ze nog even snel hun werkmail lezen en afhandelen. De ondernemingsraad (OR) kan werknemers beschermen door ervoor te zorgen dat deze vrijwillige handeling geen ongeschreven regel wordt en daarmee structureel een beroep doet op de vrije tijd van werknemers.
De OR heeft de wettelijke taak (artikel 28, lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden) om ervoor te zorgen dat de organisatie regels rond arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, werk- en pauzetijden naleeft. Werknemers die het gevoel hebben buiten werktijd bereikbaar te moeten zijn, kunnen last krijgen van stress. De grens tussen werk en privé vervaagt dan immers, terwijl die privétijd juist is bedoeld om bij te komen van het werk. Stress kan een gevolg zijn van een vorm van psychosociale arbeidsbelasting (PSA), zoals hoge werkdruk en kan leiden tot ernstige klachten, zoals een burn-out met langdurige uitval als gevolg. Dat komt dus – zeker op de langere termijn – ook de organisatie niet ten goede. Doet de werkgever structureel een beroep op de vrije tijd van werknemers, dan moet de OR dus werk maken van recht op onbereikbaarheid.
De OR kan via het initiatiefrecht (artikel 23 WOR) een voorstel bij de bestuurder indienen om de verplichte bereikbaarheid echt te beperken tot de reguliere werktijden. Duidelijke richtlijnen en afspraken kunnen de verwachtingen en groepsdruk om buiten werktijd bereikbaar te zijn een halt toeroepen. Zo kan een centraal gedeelde agenda helpen om zichtbaar te maken wie wanneer werkt en bereikbaar is (en dus ook wanneer niet). Dat geldt ook voor zichtbare aanwezigheid in programma's zoals Outlook of Microsoft Teams. Een afspraak zou kunnen zijn dat er alleen via de officiële kanalen, zoals de zakelijke mail, chat, app of telefoon contact gezocht wordt. Is een werknemer niet online en dus niet bereikbaar via die kanalen, dan moet er al sprake zijn van een echt noodgeval om uit te wijken naar contact via privémiddelen.
In Frankrijk mogen werknemers sinds 1 januari 2017 volgens de wet buiten werktijd hun smartphone uitzetten. Organisaties met meer dan vijftig werknemers zijn sindsdien verplicht hun werknemers mee te delen wanneer ze hun telefoon uit kunnen zetten. De Franse minister van Arbeid wilde zo de gewoonte om altijd maar bereikbaar te zijn bestrijden. Ook in Nederland is er al lange tijd gesprek en discussie over het recht op onbereikbaarheid (verdiepingsartikel). In februari 2019 diende Tweede Kamerlid Van Dijk (PvdA) een initiatiefwetsvoorstel in om het recht op onbereikbaarheid wettelijk vast te leggen in de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs. Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.