Besluit over extra box 3-compensatie op Prinsjesdag

11 juli 2022 | Door redactie

Het kabinet buigt zich de komende maanden over de vraag of en hoe belastingplichtigen gecompenseerd worden die eerder geen bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing in box 3 van de inkomstenbelasting. Het besluit hierover wordt op Prinsjesdag verwacht.

De compensatie-operatie voor de heffing op spaargeld en beleggingen is een gevolg van een vernietigend arrest van de Hoge Raad. De hoogste rechter van ons land heeft eind vorig jaar beslist dat het huidige systeem voor de heffing in box 3 juridisch niet door de beugel kan. Hoe die compensatie eruit komt te zien voor belastingplichtigen die daar volgens het arrest recht op hebben, is inmiddels duidelijk.

Ook compensatie voor niet-bezwaarmakers?

Maar er is ook een groep belastingplichtigen die eerder géén bezwaar heeft gemaakt tegen de heffing, terwijl zij misschien wel te veel belasting hebben betaald in box 3. Voor deze groep staat de aanslag inmiddels definitief vast. En dus is er juridisch gezien geen noodzaak om hen te compenseren, zo heeft de Hoge Raad afgelopen mei geoordeeld.
Niettemin kan de politiek alsnog besluiten om deze groep te compenseren. Op verzoek van de Tweede Kamer heeft het kabinet in kaart gebracht wat er mogelijk is en wat de bijbehorende overwegingen zijn (pdf). De twee meest overzichtelijke scenario’s zijn géén compensatie en volledige compensatie. Helemaal geen compensatie kan onrechtvaardig voelen voor de niet-bezwaarmakers, omdat zij ook belasting hebben betaald volgens een stelsel dat deels in strijd blijkt te zijn met Europees recht. Ook kan dit scenario leiden tot méér bezwaren in de toekomst, omdat belastingplichtigen willen voorkomen dat ze nog eens rechtsherstel mislopen. Voor volledige compensatie geldt dat het de schatkist minstens € 4,1 miljard extra kost.

Verschillende opties voor gedeeltelijke compensatie

De tussenweg is gedeeltelijke compensatie voor de niet-bezwaarmakers. Daarbij beschrijft het kabinet vier mogelijke varianten:

  • Compensatie volgens de lijnen van de bezwaarmakers (tool) maar dan met een maximaal herstelbedrag, zoals € 500 of € 1.000.
  • Compensatie zoals bij bezwaarmakers maar dan tot een maximum aan vermogen, bijvoorbeeld € 200.000.
  • Compensatie-uitkering van een vast of variabel bedrag.
  • Verhoging van het heffingsvrije vermogen in box 3.

Het kabinet gaat de verschillende mogelijkheden de komende tijd afwegen en neemt dat mee in de besluitvorming voor Prinsjesdag. Daarbij is onder meer van belang of de oplossing juridisch houdbaar is, of de Belastingdienst de uitvoering aankan en uiteraard of er geld voor is. Het kabinet zegt dat de niet-bezwaarmakers nu nog geen actie hoeven te ondernemen om straks eventueel in aanmerking te komen voor een compensatie. Dat de keuze later valt ‘gaat niet ten koste van hun rechtspositie’, schrijft het kabinet.