De waarde van bitcoins en andere virtuele valuta moet in ons land worden aangegeven in box 3 van de inkomstenbelasting (IB). Sinds vorig jaar is er in de aangifte IB opgenomen dat de virtuele betaalmiddelen onder de ‘overige bezittingen’ vallen.
De laatste tijd is er elke dag wel wat nieuws over de bitcoin te lezen. Dit is bij de Belastingdienst natuurlijk niet onopgemerkt gebleven. Vorig jaar is dan ook al in de aangifte IB aangegeven dat de waarde van virtuele valuta in principe onder de ‘overige bezittingen’ van box 3 (tool) moet worden aangegeven door de bitcoinbezitter. In de aangifte IB over 2017 moet een bitcoineigenaar dus de waarde van zijn bitcoins per 1 januari 2017 opgeven. Op dat moment had één bitcoin nog een waarde van € 709. Na deze tijd is de waarde van de bitcoin echter omhoog geschoten naar momenteel ongeveer € 14.000. Om voor 2017 boven de vrijstelling van € 25.000 uit te komen moeten er dus minstens 36 bitcoins op 1 januari 2017 in bezit zijn geweest, als er verder geen ander vermogen meer was. Voor 2018 wordt dat dus een heel ander verhaal.
Is er echter sprake van handel in bitcoins, dan kan de fiscus stellen dat de handelaar er inkomen in box 1 (tool) mee heeft behaald en dat deze over de behaalde winst maximaal 51,95% (2018) of 52% (2017) IB moet betalen. Het is voor de Belastingdienst wel lastig om te checken of mensen hun bitcoinbezit opgeven omdat het in principe geheim is wie er achter een bitcointransactie zit. Maar de fiscus kan natuurlijk bij de betreffende financiële instanties wel navragen wie er allemaal in het bezit is van een bitcoinbeurs.
Bij het niet opgeven van de waarde van de virtuele munten door eigenaren is er sprake van belastingontduiking.