Demissionair staatssecretaris Vijlbrief wil zo snel mogelijk overstappen naar een box 3-heffing die gebaseerd is op het werkelijke rendement. Toch gaat het volgens hem nog wel tot 2025 duren voordat het zo ver is.
De box 3-heffing houdt de gemoederen nog steeds flink bezig. Zeker nu onlangs Advocaat-Generaal Niessen in zijn conclusie heeft aangegeven dat de vaste verdeling tussen spaargeld en beleggingen voor de heffing in box 3 van de inkomstenbelasting juridisch niet door de beugel kan. Staatssecretaris Vijlbrief wil dat er zo snel mogelijk wordt overgaan naar een box 3-heffing op basis van het werkelijk rendement.
Zijn verwachting is dat in 2025 voor het eerst het werkelijk rendement kan worden belast. Of dit proces nog kan worden versneld hangt volgens Vijlbrief erg af van het wetgevingsproces en de uitvoering daarna. Er zijn moeilijke politieke keuzes te maken en de invoeringstermijn hangt af van het aanpassen van ICT-systemen en de ruimte in het informatievoorzieningsportfolio van de Belastingdienst. Een ingangsdatum van 1 januari 2025 is volgens hem wel reëel. Hij gaat ook op deze datum hameren bij zijn opvolger.
De staatssecretaris gaf over de conclusie van Advocaat-Generaal Niessen aan dat het een goede gewoonte is om ‘niet te veel te zeggen over iets wat onder de rechter is’. Wel merkte hij op dat hij eraan twijfelt of er echt sprake is van strijdigheid met het EVRM. Het kan zijn dat de Hoge Raad vindt dat die strijdigheid er is, maar dan is het volgens Vijlbrief nog maar de vraag of de Hoge Raad gaat zeggen dat belastingplichtigen moeten worden gecompenseerd.