Belastingplicht door opslagplaats in Nederland

16 mei 2013 | Door redactie

Ook als een buitenlandse onderneming alleen een opslagplaats in Nederland heeft, kan er toch sprake zijn van een vaste inrichting. Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank in Haarlem. Dan moet wel uit andere feiten blijken dat er eigenlijk sprake is van meer dan alleen een pure opslagplaats.

Een onderneming die niet in Nederland gevestigd is, kan hier toch belastingplichtig zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval als de onderneming hier een vaste inrichting heeft. Volgens de jurisprudentie is er voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting sprake van een vaste inrichting als er een fysieke constructie in Nederland is, die is ingericht voor de uitoefening van de onderneming en die duurzaam ter beschikking staat. Het gaat bijvoorbeeld om winkels of andere vaste verkoopgelegenheden. Een opslagplaats is geen vaste inrichting.

Opslagplaats in Nederland

In een recent gepubliceerde zaak stond een Belgische ondernemer die tweedehands materiaal verkocht centraal. Hij liet deze materialen afleveren bij de opslagplaats in Nederland. Bovendien stond op de facturen die de ondernemer uitreikte het adres van deze opslagplaats. Daarnaast had hij ook aan de Belgische autoriteiten gemeld dat zijn onderneming in Nederland was gevestigd.

Criteria vaste inrichting

Al die redenen samen waren voor de rechter voldoende reden om de opslagplaats toch aan te wijzen als vaste inrichting. Het ging om een fysieke constructie voor de verkoop en aflevering van goederen aan afnemers, die duurzaam aan de ondernemer ter beschikking stond. Volgens de rechtbank was de ondernemer daarom buitenlands belastingplichtig in Nederland. 
Rechtbank Haarlem, 2 november 2010, LJN: BZ8958