Geweld sluit het doen van aangifte niet uit

18 februari 2013 | Door redactie

Krijgt uw accountant of belastingadviseur te maken met surseance van betaling of gaat hij zelfs failliet, dan moet hij alsnog aangifte doen. Gezondheidsproblemen zijn overigens ook geen excuus voor het niet doen van aangifte. Dit geldt ook voor particulieren. U moet zich hierbij houden aan de wettelijke termijn waarbinnen de aangifte ingediend moet zijn. Bij het uitblijven van de aangifte mag de Belastingdienst een ambtshalve aanslag opleggen op basis van een schatting.

In deze zaak raakte de belanghebbende – een accountant-administratieconsulent – in 1997 in een zakelijk conflict verwikkeld. Hierbij werd fysiek geweld gebruikt waardoor de accountant pas weer in 1999 zijn werkzaamheden kon hervatten. Over de jaren 1997 tot en met 1999 had de accountant dan ook geen aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen gedaan. Wel had de accountant vanaf mei 2000 onder druk van een boekenonderzoek de administratie op orde gebracht, de balansen en resultatenrekeningen vervaardigd en de jaarverslagen opgemaakt. Over de jaren 2001 tot en met 2004 had de accountant echter geen aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen gedaan. De inspecteur stelde de winsten ambtshalve vast op € 125.000, € 175.000, € 205.000 en € 205.000.

Fysiek geweld is geen excuus om geen aangifte te doen

Dat er fysiek geweld tegen de ondernemer was gebruikt, was geen excuus om na werkhervatting geen aangifte te doen. De bewering dat de accountant pas aangifte kon doen, nadat hij over de dagafschriften van de boedelrekening beschikte vanaf de datum van faillissement was niet aanvaardbaar. Het hof was van mening dat de accountant in deze zaak een jaarrekening had kunnen opstellen en daarin pro memorie posten van oninbare debiteuren of crediteurenposten op kunnen nemen. De accountant had immers wel aangifte omzetbelasting gedaan in het desbetreffende jaar. De inspecteur kreeg dus gelijk, maar de inspecteur kon de stijging van de winst niet onderbouwen waardoor het hof de winst met ruim € 35.000 verminderde.
Gerechtshof ’s-Gravenhage, 4 februari 2013, LJN: BZ0529